Politieman in knevelarijzaak riskeert 6 maanden cel

Het Openbaar Ministerie heeft 12 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk met aftrek, geëist tegen de politieman Sharvin D. Hij staat terecht wegens knevelarij en misbruik van gezag. De officier van justitie, Duncan Nanhoe, achtte het bewijs geleverd. Hij gaf aan dat de verdachte zelf bij de politie zijn betrokkenheid heeft bekend. Hij verklaarde dat hij US$ 200 heeft aangenomen om bescheiden van een Braziliaan in orde te maken. Ter terechtzitting ontkende hij ten stelligste iets met de kwikdeal te maken te hebben. Met betrekking tot het aannemen van het voornoemd geldsbedrag verklaarde hij dat hij een andere Braziliaan zou helpen om zijn paspoort snel in orde te krijgen. Ook ontkende  hij, tijdens de afhandeling van de kwikdeal,  de inspecteur T. in de omgeving van Leonsberg te hebben gezien.
De openbare aanklager gaf aan dat er geen bewijs is met betrekking tot de kwikdeal. Een Braziliaan deed aangifte tegen een politieman die hem had benadeeld. Op het bureau toen de benadeelde de politieagent zag, maakte hij gelijk de opmerking dat deze politiefunctionaris hem had benadeeld. De politieman zou op zijn beurt zijn gezicht hebben afgedekt. Tijdens de spiegelconfrontatie herkende de Braziliaan de verdachte positief als degene die hem van US$ 100 en SRD 20 zou hebben afgeperst, omdat hij geen paspoort aan hem kon tonen. Naast dit geldsbedrag heeft de benadeelde US$ 3000 uitgegeven aan 12 kilo kwik, waarvoor hij niets heeft ontvangen.
Advocaat Dwight Kraag vond dat de tenlastelegging cumulatief. Volgens hem moest het OM de feiten apart ten laste leggen. De vervolging heeft twee ambtsmisdrijven geplaatst als cumulatieve feiten. Volgens de advocaat kan het of knevelarij of misbruik van gezag zijn. Met betrekking tot de getuige F., die samen met de benadeelde als tolk betrokken was bij de kwikdeal, heeft de verdachte deze agent niet herkend als te zijn degene die hun had afgeperst. Ook is de spiegelconfrontatie  volgens de verdediging niet correct aan toe gegaan. Men had de verdachte samen met drie korte mannen geplaatst. Het is volgens de advocaat meer dan logisch dat de benadeelde hem zou aanwijzen. Dit is naar de mening van de advocaat zeer opvallend. Hij verzocht de rechter om de verdachte vrij te willen spreken voor het eerste feit.
Met betrekking tot het tweede feit verzocht de verdediging om de vervolging niet ontvankelijk te verklaren. Bovendien merkte hij op dat bepaalde inspecteurs niet objectief zijn in hun onderzoek.  Hij gaf aan dat bij bepaalde inspecteurs de verdachte het feit bekennen en naderhand maken zij een referte proces-verbaal op dat niet te toetsen is. Kantonrechter Alida Johanns doet op 13 december uitspraak in deze zaak. Sharvin blijft in voorarrest. Hij zit al vanaf 29 augustus vast.
Saskia Bandhan           

error: Kopiëren mag niet!