Meer transparantie in resultaat ordening

De commissie ordening goudsector heeft moeite met het bijhouden van resultaten en het plannen van uitkomsten van haar werkzaamheden. Dat blijkt uit de wijze waarop zij aangeven wat in 2012 en daarna in 2013 gerealiseerd zal zijn. Strikt genomen zal in het jaar 2013 geen progressie worden geboekt, omdat de output voor ultimo 2012 en 2013 precies hetzelfde zijn. Of men werkt niet met jaarplannen, maar met tweejarenplannen zonder een tijdspad. De activiteiten van de commissie ordening goudsector worden uitgelegd in Paramaribo, maar voor een belangrijk deel uitgevoerd in het verre binnenland. Veel van het binnenland is moeilijk te volgen vanwege de in Paramaribo gecentraliseerde media. Het verre binnenland wordt gekenmerkt door een verzwakt en soms totaal afwezig of gebrekkig overheidsgezag. De commissie is er onder andere ingevoerd om de plaatselijke situatie zodanig te beïnvloeden zodat bijvoorbeeld het vestigen van overheidsgezag gemakkelijker gaat. In een vrij vroeg stadium zijn er geluiden geweest dat personen dichtbij de huidige politieke machthebbers via de commissie hun belangen behartigd hebben willen zien. Er waren zelfs geluiden van machtsmisbruik en betrokkenheid van hooggeplaatste leden van de commissie in directe exploitatieactiviteiten, waarvan het karakter dubieus was. Met name een hardnekkig dobberen van een mijnbouwboot op het Afobakka Stuwmeer en de niet overtuigende verklaringen van onze president op vragen daaromtrent versterkten de aantijgingen. De onverschilligheid van de president toen aan de dag gelegd, hebben waakhonden niet aangemoedigd om de zaak te blijven volgen. Tegelijk was het imago van de goudordeningscommissie geërodeerd. Intussen doet de commissie wat zij moet doen niet op basis van een zekere uitstraling, maar is het gelijk een normale overheidsafdeling aan de gang. En hier geven ambtenaren immers weinig om hun imago, de bevoegdheden staan dan centraal.
De output van de goudordeningscommissie voor dit jaar behelst onder andere een registratie van tenminste 75% van de mensen werkzaam in de kleinschalige mijnbouwsector. Het overheidsgezag zal hersteld zijn eind 2012 in het binnenland wat betreft de mijnbouwgebieden. Dat betekent dus dat politie, leger, BO-functionarissen en overheids inspectieafdelingen (belastingen, BOG, milieu, bouw, ECD, transport, arbeid) adequaat aanwezig zullen zijn voor hun werk. Voor eind 212 is gepland dat het gebruik van kwik en chemicaliën bij de goudwinning voor 75% teruggedrongen zal zijn. Dat betekent dat van de klein mijnbouwers in de gold mining, ongeveer de helft tot driekwart geen kwik zal gebruiken, maar wel goud zal blijven zoeken. Uit de interventie van binnenlandse DNA-leden blijkt dat er geen beleid is om alternatieve inkomstenbronnen te bevorderen. Binnenlandse jongeren willen nog graag goud graven en zoveel mogelijk hiervan voor zichzelf houden. Maar zijn er inderdaad de helft tot driekwart althans een significant deel van de kleine goudmijners overgegaan op milieuvriendelijke mijntechnologie? Dat zou wel een behoorlijke progressie zijn geweest, want het zou kunnen gaan om 15.000 tot 22.000 gold miners. Uit de kleine en middelgrote bedrijven vloeit er in tegenstelling tot de grootmijnbouw heel weinig terug naar de staatskas. Ze produceren meer goud, maar de totale stortingen in de staatskas zijn 110 keer minder. De progressie die de goudordeningscommissie hier heeft geboekt, moet aangetoond worden. In de conceptbegroting wordt aangegeven dat 30.000 personen werkzaam zijn in de goudsector, waarvan de helft vreemdelingen. Een klein deel zit bij grote goudbedrijven. Als een uiterst minimale 25.000 personen werken in de grote en kleine bedrijven en men niet eens 1 miljoen USD aan belasting betaalt, dan komt dat per persoon neer op niet eens USD 40 per jaar per persoon oftewel SRD 130.  Eind 2012 moeten er minimaal 6 Mijnbouw Service Centers volledig operationeel en bemand zijn. Deze servicecenters moeten kennelijk geclusterd een aantal overheidsafdelingen en –diensten gaan herbergen. Onduidelijk is of inderdaad de 6 kantoren al bestaan. Het zou handig zijn om te weten waar deze 6 centers liggen. Vanuit deze kantoren zouden immers niet alleen de goudmijnbouw, maar alle economische activiteiten in het binnenland gecoverd kunnen worden. De conceptbegroting van NH vermeldt voor de commissie ten slotte dat door haar activiteiten de grote mijnbouwmaatschappijen ongestoord hun exploratie- en exploitatieactiviteiten zullen kunnen uitvoeren. Van alle doelen lijkt dit doel het dichtst bij het punt van daadwerkelijke realisatie. Maar er is gemeld in de media dat na een forse afname in 2012, weer een stijgende tendens zichtbaar is.
Wat opmerkelijk is, is dat precies dezelfde output staat bij de planning van de commissie voor 2013. De registratie en terugdringing van kwik- en chemicaliëngebruik blijven op 75%, de centers blijven steken op 6. Als gekeken wordt naar de algemene doelstellingen van de commissie dan merken wij dat tot nu toe de taak ‘bewaken van de sociale context’  niet goed uit de verf is gekomen en ook niet is gepland voor 2013. Bij deze doelstelling wordt rekening gehouden met de natuurlijke habitat van de oorspronkelijke binnenlandbewoners, de Inheemsen en Marrons. De commissie moet ertoe leiden dat kaders en fysieke gebieden worden aangewezen, waarbinnen de porknokkers zich vrijelijk zullen kunnen bewegen. De commissie heeft ook taakstellingen met betrekking tot de veiligheid in het binnenland. Nu er gewaarschuwd wordt voor weer spanningen tussen de Marrons en de Brazilianen is noodzakelijk dat de NH-minister goed uitleg geeft over deze commissie.

error: Kopiëren mag niet!