Ook Tamsiran vraagt duidelijkheid over SRD 81 miljoen

PL-assembleelid Ronny Tamsiran wierp gisteren excuses op voor de rekeningnota van het kabinet van de president die volgens VHP-parlementariër Sheilindra Girjasing als vodje naar het parlement is gestuurd. De felle manier waarop Girjasing deze zaak besprak, stak blijkbaar andere leden van het parlement zodanig aan, dat ook zij de durf kregen nog meer onvolkomenheden over de A4 te berde te brengen. Tamsiran, die het blijkbaar noodzakelijk vond wat rust in de vergadering te brengen, verontschuldigde zich over deze zaak door te zeggen dat hij per ongeluk de nota heeft meegegeven aan de rest van het college. Tamsiran fungeert als voorzitter van de commissie van rapporteurs die de behandeling van de suppletoire begrotingen moet voorbereiden.
De nota met het bedrag van SRD 81 miljoen staat op de suppletoire begroting voor uitgaven van de posten Bureau Nationale Veiligheid, afdeling Informatie en Communicatie en Volkscontacten van het kabinet van de president. Tamsiran, die moeite had met dat forse bedrag, besloot samen met andere leden van de commissie, waaronder Girjasing, het kabinet om duidelijkheid te vragen. Die duidelijkheid werd aan de commissieleden verstrekt in de vorm van een A4 van drie regels, zonder behoorlijke specificaties. De verontwaardiging was alom onder de assembleeleden over de schaarse informatie die daarop vervat was. Tamsiran vroeg minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken of hij voldoende voorbereid was om het enorme bedrag voor de drie posten te kunnen verantwoorden. De suppletoire begroting behelsde niet alleen SRD 81 miljoen voor de drie posten van het kabinet van de president, maar ook het aanvullende 5 miljoen voor de uitgaven in verband met de te houden ACP-EU-conferentie. De suppletoire begroting is ook opgemaakt op grond van de toenemende uitgaven van onvoorziene activiteiten behorend bij taken toebedeeld aan ondersteunende organisaties, zoals het Bureau Nationale Veiligheid. PL-assembleelid Tamsiran opperde terecht of het bureau niet moest worden ondergebracht bij het ministerie van Defensie of Justitie en Politie. Dit zou ook betekenen dat PL-minister Moestadja ontlast zou worden van een oneigenlijk taak om de begroting van dit bureau te ‘beheren’.

error: Kopiëren mag niet!