Mishandelde Gierbala overleden

Dagblad Suriname maakte in zijn edities van deze week melding van de mishandeling van de 42-jarige Moenni Gierbala door twee drugsverslaafden. Gierbala die in kritieke toestand lag op de afdeling Intensive Care van het Streekziekenhuis Nickerie, is woensdag in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo komen te overlijden. Dagblad Suriname maakte contact met gewestelijk politiecommandant Stanley Benschop. De politie die twee van de verdachten al in beeld had gebracht, heeft één van hen ingerekend en in verzekering gesteld. Uit het onderzoek van de patholoog-anatoom is gebleken dat het latere slachtoffer aan hersenletsels is bezweken. Hij kwam met zijn achterhoofd met een harde slag op het wegdek terecht, toen hij door één van de verdachten werd gestoten.
Volgens Benschop zullen de twee verdachten strafrechtelijk vervolgd worden op grond van mishandeling de dood ten gevolge hebbende en openlijke geweldpleging. De politie heeft al een buurtonderzoek gepleegd en werkt er hard aan om de tweede verdachte in te rekenen. Gierbala werd in de omgeving van ‘Meester de Slager’ te Nieuw Nickerie met een verwonding aan zijn achterhoofd aangetroffen.
Gierbala laat een vrouw en drie dochters achter. ‘Ik kan niet begrijpen hoe zoiets is gebeurd. De junkies gaan maar voor enkele maanden in de gevangenis en zijn daarna weer vrij. Maar ik krijg mijn man niet meer terug’, sprak de echtgenote van Gierbala tot Dagblad Suriname. ‘Ik houd me sterk en heb alles overgelaten aan de Heer.’ Het lichaam van Gierbala is gisteren naar Nickerie vervoerd. ‘Hij is in mijn armen doodgegaan. Hij was zeker 7 tot 8 jaren niet naar de dokter gegaan, hij werd nooit ziek’, zegt mevrouw Gierbala.
Het slachtoffer lag eerst voor enkele dagen op de Intensive Care van het Streekziekenhuis Nickerie. Dinsdag werd hij vervoerd naar het Academisch Ziekenhuis in Paramaribo. ‘Ik ben meegekomen met de ambulance. De doktoren hebben meteen een scan gemaakt van zijn hoofd. Toen zeiden ze tegen mij dat zij niet veel zouden kunnen doen om mijn man te redden.’
Asha Gajadien-Bhagwat