Verdachte vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs

De verdachte M. B. werd donderdag vrijgesproken, omdat het bewijs tegen hem  zwak was. Aan de verdachte en zijn comparant H. wordt het verwijt gemaakt dat zij een beroving hebben gepleegd. De medeverdachte H. beweerde dat het niet gaat om een echte beroving, het zou gaan om ‘een afhandeling’. De benadeelden hadden de verdachte  H. ‘genept’. Zij hadden nepdrugs aan de verdachte geleverd. Op die bewuste dag ging H. naar de woning van de benadeelden om zijn geld terug te vragen. Dit werd geweigerd.  H. nam als compensatie wat sieraden van de benadeelden weg.  Tijdens de ‘afhandeling’ was H. samen met nog twee andere  comparanten. De verdachte M.B. was er niet bij. Dit wordt duidelijk aangegeven zowel door H. als de benadeelden.
M.B. heeft advocaat Raoel Lobo in de arm genomen. M.B. ontkent de beroving steevast. Op die bewuste dag zou hij een van de mannen een lift hebben aangeboden, waarbij er een oorbel in de wagen achter bleef.  Op grond hiervan werd M.B. aangehouden en in verzekering gesteld. Rechter Alida Johanns had M.B. reeds eerder op vrije voeten gesteld. Het Openbaar Ministerie had vrijspraak gevraagd voor M.B. en 3 ½ jaar gevangenisstraf tegen H.
Volgens advocaat Lobo komt het relaas van H. geloofwaardig over. Dit vanwege het feit dat uit buurtonderzoek blijkt dat de benadeelden drugs verhandelden. Frappant in deze is dat H. de namen van de benadeelden heel goed kent. Dit vond Lobo  vreemd. Dit was ook een van de scenario’s om toch het verhaal van H. te doen geloven. Bovendien is de verdachte M.B. niet herkend door de benadeelden. De rechter heeft de zaak tegen M.B. afgehandeld. Hij werd vrijgesproken van de gehele tenlastelegging. H. blijft nog aangehouden. Op de volgende zitting zal de rechter uitspraak doen in de zaak tegen H.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!