Social media en grondrechten

We moeten geen toestanden hebben zoals Trump dat maakt in de USA met een heleboel ondoordachte stoere uitspraken. Naar aanleiding van het zeer pijnlijke geval van de twee Inheemse meisjes, heeft de minister van Juspol weer eens haar controle verloren en uitspraken gedaan die in Suriname niet uitvoerbaar zijn. Eerder was er in DNA gesproken over castraties en wat dies meer zij. Nu wil de minister social media aan banden leggen, maar tegelijkertijd moet zij volgens haar taakomschrijving als eerste onder alle ministers waken voor de beleving van de grondrechten, waarvan er een is de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van de pers. Er zijn naar aanleiding van het vermissingsbericht van de twee kinderen, insinuaties en misschien ook valse berichten via de social media (facebook, twitter etc..) gelanceerd, waarbij uitgegaan wordt van een misdrijf waarvan de kinderen slachtoffer zijn geworden. Het is voor te stellen dat een deel van de berichten uit sensatielust is gelanceerd, hetgeen zeer asociaal is, en een deel uit overenthousiasme en onwetendheid. De berichten die uitgaan van een misdrijf hebben in de kleine samenleving snel de ronde gedaan en ze hebben veel pijn veroorzaakt bij de familie, vrienden en de gemeenschap. De vraag is nu of de minister van Justitie c.q. de staat zo een zaak via wetgeving zal kunnen oplossen. De vraag is of men op social media alles mag posten. Op de social media kunnen de vastlegging van strafbare handelingen worden gelanceerd, alsmede intimiderende en choquerende of aanstootgevende beelden en opzettelijke krenkende of kwetsende zaken. Gemeld is gisteren dat de Juspol-minister bezig is met wetgeving om de vrijheid van meningsuiting op social media in bepaalde gevallen te beperken. Het platform kan en mag niet gebruikt worden voor het beledigen van mensen, verspreiden van geruchten en pornografie, zegt de minister. Op dit stuk moet gezegd worden dat het in de eerste plaats de verschillende fora zelf zijn die hun eigen regels maken en ‘content’ verwijderen zoals pornografie. Voor het geval dat niet gebeurt rijst de vraag of via wetgeving de publicatie van deze zaken aan banden kan worden gelegd. Het valt wel moeilijk voor te stellen, los van het feit dat waar de strafwetgeving wordt overtreden, tot vervolging kan worden overgegaan. Of daarmee men op de sites van de social media zelf invloed heeft, valt te betwijfelen. We lezen vaker berichten over landen waar de vrijheid van meningsuiting niet van toepassing is (communistische landen, Midden Oosten) dat de social media in het geheel geblokt zijn. In het laatste geval kan er in het uiterste geval gesproken worden van het verspreiden van een gerucht uit kwade wil. Het is moeilijk om dat strafbaar te stellen, eerder kan op het civielrechtelijke vlak een schadevergoeding worden gevorderd. Het blokkeren van de social media is een begin van het aan banden leggen van het recht op vrije meningsuiting. Is het liegen strafbaar, mag men in het openbaar ongestraft liegen? Is er een recht voor een mens om te liegen, althans is er een wettelijke verplichting om de waarheid te spreken? Alleen van rechtszaken is bekend dat men strafbaar is bij meineed. Er wordt op social media veel uitgescholden en er worden veel discriminerende opmerkingen gemaakt. Ook schelden politieke aanhangers van verschillende kampen elkaar uit en worden verwensingen naar publieke figuren hun hoofd geslingerd. Hoe pak je dat aan? De enige weg, zonder de vrijheid van meningsuiting aan te tasten, is om waar strafrechtelijke grenzen worden overschreden, strafrechtelijk op te treden. In het Wetboek van Strafrecht zijn er de zogenaamde beledigings- en bedreigingsartikelen die strafbaarheid opleveren. Via de wet zou kunnen worden afgedwongen dat serviceproviders de informatie die ze over websitebeheerders of accounthouders ter beschikking hebben over te leggen aan de politie. De strafwetgeving kan worden aangepast waarbij het posten van sommige zaken met opzet, een strafbaar feit oplevert. Het blijft evenwel lastig omdat het niet met zekerheid vaststaat dat het de accounthouder is die iets persoonlijk op zijn account post. Het is mogelijk dat anderen dat doen of dat er sprake is van identiteitsdiefstal. Agressie moet strafbaar worden gesteld en de strafomschrijving van bedreiging moet worden uitgebreid. In de discussie over het aanpakken van ongewenste zaken op social media gaat het meestal om agressie en bedreigingen en ook pornografie. In het geval van de twee meisjes gaat het niet om agressie of bedreigingen. Het gaat hooguit om niet geverifieerde informatie, roddels of leugens. Wanneer het gaat om social media in relatie tot de cyber crime, waarvan hier ook geen sprak is, dan dient compleet nieuwe wetgeving te worden geschreven. Er is geen wet die aangepast moet worden. Er moet een geheel nieuwe wetgeving komen inzake cyber crime en gebruik van internet en social media. Er is ooit wel een conceptwet cyber crime gemaakt, maar die is nog niet bij de DNA in behandeling.

error: Kopiëren mag niet!