President onverschillig tegenover soevereiniteit

De huidige regering onder de NDP heeft altijd de indruk willen wekken dat zij de meest antikoloniale regering ooit is die wij hebben gekend, dat zij het meest zich heeft geageerd tegen buitenlandse overheersing. Tijdens de verkiezingscampagnes zei men het ook, de NDP heeft het tegenovergestelde van een ‘koloniale president’. De NDP-regering en de NDP-voorzitter doen echter niet wat zij preekt. In de kwestie van de grensgeschillen die Suriname heeft, is de huidige NDP-regering het meest onverschillig geweest als het gaat om onze soevereiniteit en inbreuk op de territoriale integriteit. Vooral tegenover Guyana lijkt het alsof door Suriname een deel van het Surinaams territoir is ontvreemd, waarmee een zware inbreuk is gemaakt op het verbod vastgelegd in artikel 2 van de grondwet. Dat bepaalt: ‘de Staat vervreemdt geen grondgebied of soevereiniteitsrechten die hij daarover uitoefent’. De president is staatshoofd van de Republiek Suriname. De uitvoerende macht berust bij de president. De president heeft de leiding over de buitenlandse politiek. We hebben ettelijke malen verklaard hoe het komt dat de kwestie Tigri door onze huidige president totaal is genegeerd. Het is een zogenaamde ruilhandel geweest om toch een ‘buddy’ te hebben om internationaal mee op te trekken, tegen de achtergrond van het spook van het internationaal isolement. De Guyanese president reisde met onze nationale carrier. Onze antikoloniale president verklaarde vrij vroeg op vragen van de media dat Tigri niet tot een hoge prioriteit behoorde. Als we bekijken wat de houding van Front-regeringen is geweest tegenover Tigri en wat de houding van de huidige president is geweest, dan is het opvallend dat Front-regeringen duidelijker pro-Suriname waren en wel internationale acties hebben ondernomen. Onze huidige president heeft Tigri genegeerd in ruil voor zijn eigen internationale politieke overleving. Opgemerkt moet wel worden dat alle regeringen in onze territoriale kwesties een onvoldoende verdienen, maar het cijfer van de NDP-president is behoorlijk diep. De periode na het UNCLOS-vonnis in de zaak Guyana vs. Suriname zal bij een internationaal geschil over Tigri anders worden benaderd dan de periode ervoor. Men gaat zwaarder tillen aan het punt van het accepteren en zich berusten in de feitelijke en effectieve controle in het gebied, en dus in het voordeel van Guyana. De laksheid van de regeringen na het UNCLOS-vonnis zal derhalve zwaarder wegen, omdat deze zaak nadrukkelijk de theorieën die er bestaan over de territoriale integriteit en soevereiniteit op de politieke agenda van de betreffende landen behoort te hebben gezet. Waarmee onze Surinaamse regering precies de afgelopen tijd bezig is geweest, is niet geheel duidelijk. De Surinaamse grenzen zijn open, er zijn vreemdelingen die in het binnenland stukjes Suriname hebben bezet. Door deze regering is aan deze vraagstukken geen aandacht besteed. Nu leerden we weken terug dat Venezuela een deel van de Surinaamse territoriale wateren (de exclusieve economische zone) ook opeist. Door onze president is hierop nooit een verklaring afgelegd aan het volk van Suriname. Hij heeft vanuit de grondwet de taak om zich hierover uit te laten en acties te ondernemen. De president hult zich in alle stilte en is alleen bezig met het formeren van een land dat inmiddels kleiner aan het worden is. De president verwaarloost alzo zijn grondwettelijke verantwoordelijkheden. Door de Venezolanen wordt ook een claim gelegd op Guyanese territoriale grond en wateren. Guyana heeft inmiddels een afkeuring afgedwongen van de Caricom tegen Venezuela. De Caricom ondersteunt Guyana op verzoek van de Guyanese president. Guyana is direct gestapt naar de VN, Unasur en Caricom. De vraag rijst waarom onze president Caricom niet heeft gevraagd om de claim op Surinaamse wateren af te keuren. Wat heeft deze regering met Venezuela om het niet te vragen? Zijn wij een onderafdeling van Venezuela omdat onze president Chavez en de Chavez-stijl adoreert? Onze Buza-minister zei dat onze president oplossingsmodellen had (als Caricom-voorzitter) in de case Venezuela-Guyana. Toen wist men hem niet te vertellen dat het tot bij ons zou komen. De modellen zijn overigens nooit door onze pres gepresenteerd. De vraag rijst ook dat als de pres modellen heeft voor de buurman, waarom hij ook geen modellen heeft voor zichzelf. Critici zeggen dat Suriname bang is voor de Petrocaribe-overeenkomst. De Surinaamse president en Buza-minister hebben geen gebruik gemaakt van het moment om ook de bezetting door Guyana op de Caricom-tafel te zetten. Suriname heeft Guyana nooit naar de VN gebracht nog minder naar Unasur. Het probleem ligt deels – naast te laksheid van onze pres – ook in een sterk door de politiek verlamd diplomatiek beleid. Guyana heeft altijd een sterke buitenlands beleid gehad ongeacht regering. Het land heeft sterke lobby’s in de VS, Engeland en Canada. Onze bestaande lobby’s is deze regering bezig geweest de keel dicht te knijpen. Ook in de Caricom staat Guyana sterk als één van de oprichters van de Caricom. Het hele buitenlands beleid van ons de afgelopen jaren heeft – ondanks hoge kosten – niets opgeleverd dan alleen veel foto’s van handen schudden. De afgelopen 5 jaar is Suriname nog meer een buitenbeentje geweest dan ooit tevoren. Dat verklaart de stilte die er nu heerst.

error: Kopiëren mag niet!