President Bouterse: “Regering wil geen ‘hard ball’ spelen met Alcoa”

1 President“De regering wil nog niet het pad opgaan van het spelen van ‘hard ball’ met Alcoa/Suralco.” Dit zei president Desi Bouterse dinsdag in De Nationale Assemblee (DNA). Het staatshoofd heeft het parlement dezelfde informatie gegeven over de verworpen intentieverklaring (MOU), die op 8 oktober 2015 is getekend door minister Regillio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen. De president Global Primary Product van de Alcoa, Roy Harvey, heeft die verklaring twee maanden later getekend. Het staatshoofd voerde aan dat de regering er alles aan doet om de bauxiet/aluinaarde industrie in het land te behouden, al dan niet samen met Alcoa. Bouterse vindt dat de geschiedenis ons geleerd heeft dat het de taak van de regering is om moeilijke besluiten te nemen. Dit is volgens hem in ’s landsbelang ook gedaan. Volgens de president is Suriname ‘het land van de gemiste kansen’. Volgens de president is niet gekozen voor arbitrage, omdat hierdoor alles plat zou liggen tot er een besluit is genomen. Hard ball spelen zou de staat teveel geld kosten. Hij deed een beroep op zowel het parlement en regering deze historische kans niet voorbij te laten gaan.
6 besluiten
De regering is na de onderhandelingen op 6 besluiten gekomen. Alcoa zal een op eigen kosten een haalbaarheidsstudie verrichten inzake de exploitatie van het Bakhuysbauxiet dat 3 jaren zal duren en USD 50 miljoen zal kosten. Daarna zal zij deze studie in eigendom aan de Staat Suriname overdragen. In een te vormen consortium voor exploitatie van Bakhuysbauxiet is Alcoa bereid indien Suriname dat wenst te participeren. De operaties te Bakhuys zouden bij vlot verloop na 4 tot 5 jaar kunnen beginnen. De Paranam-raffinaderij wordt ontmanteld en een nieuwe raffinaderij, geschikt voor de raffinage van Bakhuysbauxiet, wordt te Bakhuys gebouwd. Deze nieuwe en moderne raffinaderij, met een initiële productiecapaciteit van 1,5 miljoen ton jaarlijkse aluinaardeproductie, kan worden uitgebreid naar 3 miljoen ton aluinaardeproductie per jaar. De prijs van stroom die Alcoa levert aan Suriname op basis van de huidige ‘power purchase agreement (PPA)’ van 1990 wordt geamendeerd. In die zin dat de referentieprijs voor olie, die gebruikt wordt in de stroomprijsformule, vastgesteld wordt op 40 US dollar voor een barrel olie vanaf 2017. Tot 31 december 2019 wordt jaarlijks een verhoging van 3 US dollar per barrel doorgevoerd. Dit zal ervoor zorgen dat de stroomrekening voor de Staat Suriname maandelijks met USD 100.000 extra belast wordt. In 4 jaar komt dat op USD 4,8 miljoen voor afkoop van achterstallige stroomrekening vanaf 2014 met een waarde van circa 50 miljoen.
Brokopondo-overeenkomst op 31 december 2019 beëindigen
De Brokopondo-overeenkomst wordt volgens het staatshoofd per 31 december 2019 vroegtijdig beëindigd met gelijktijdige overdracht van de Afobaka waterkrachtwerken aan de Staat Suriname. Hierna zal een aanvang worden gemaakt met de ontwikkeling van de nieuwe bauxiet- en aluinaarde-industrie in het Bakhuysgebied. Ook voor de milieuschade zal Alcoa opdraaien met tenminste USD 300 miljoen. Alles zal volgens hem uitgevoerd worden conform de milieuwetgeving van de Verenigde Staten.
NF-regering heeft gouden kans voorbij laten gaan
Markant volgens de president is het feit dat in 2004 de Alcoa de Afobaka waterkrachtwerken voor een symbolisch bedrag aanbood aan de toen zittende regering. “De regering heeft dat bod van Alcoa toen afgeslagen. De dam bleef hierdoor dan in handen van de Suralco/Alcoa”, aldus de president. Of dit wel of niet een goed besluit was, moet het parlement volgens Bouterse zelf oordelen. De president stoorde zich wel eraan dat de Nieuw Front-regering toen weigerde in ’s landsbelang de Afobaka stuwdam ‘voor gratis’ over te nemen. Hij noemt het geval tragisch.
NF-regering blunderde in 2008 met MoU BHP Billiton
Reeds in 2008 was het volgens Bouterse duidelijk dat Alcoa niet wilde investeren om de bauxietindustrie hier te behouden, omdat zij zich meer focuste op het maiden project te Saoedi Arabië. Hij neemt het de Nieuw Front-regering kwalijk dat zij het Memorandum of Understanding met de toen vetrekkende BHP-Billiton niet heeft getekend. Billiton was volgens Bouterse bereid om tenminste USD 800 miljoen te investeren in een joint venture tussen Alusur en de Billiton. Hier zouden 100% van de aandelen in handen zijn van de Staat Suriname. Deze joint venture hield in: het ontwikkelen van een bauxietmijn te Bakhuys, het aanleggen van een train loading station, baggeren in de Corantijn inclusief de monding van de Nickerierivier, het aanleggen en installeren van een crusher en het aanleggen van een spoorlijn tussen Bakhuys en Apoera, waarbij op jaarbasis 13,7 miljoen erts getransporteerd kon worden. Ook zou er een bauxiet offloading faciliteit te Paranam worden opgezet. Alusur zou hier voor 10% participeren zonder inbreng, terwijl Billiton slechts 68 miljoen ton bauxiet wilde veiligstellen van het beschikbare bauxiet in het Bakhuysgebied. Als de toenmalige MoU door de toenmalige regering was getekend, was de bauxietindustrie volgens Bouterse voor de komende 100 jaren veilig gesteld. “Dit is het directe gevolg van het niet ondertekenen van de MoU met Billiton”, aldus de president.
FR

error: Kopiëren mag niet!