Koeien

Onlangs toog ik per trein naar de Nederlandse hoofdstad, een stad die ik gewoonlijk mijd als behept met een besmettelijke ziekte. Maar het kon nu even niet anders omdat ik er een Russische kunstenares zou ontmoeten die ik leerde kennen in het vliegtuig van Suriname naar Nederland. Masha Ru, 31 jaar, gepromoveerd in de wiskunde aan de Universiteit van Moskou, was in Suriname voor haar projekt ‘Pimba. Closing the gap’ met zoeklicht op de wonderlijke cultuur van het eten – in rituele sessies – van pimba, de witte kaolien-klei. Alleen al over dat project is een krant vol te schrijven – misschien later – maar nu eerst even over Amsterdam.
Rond de jaren zestig van de vorige eeuw woonde, werkte en studeerde ik daar. De grachtengordel maakte haar tot een wonderschone stad die menig buitenlands toerist lokte. De aanblik van besneeuwde dekschuiten in de gracht tegenover de pakhuizen op een stille zondagochtend bood een aanblik die niet uit het geheugen verdwijnt. Het draaiorgel ‘De Arabier’ met zijn op de maat van de muziek rammelende centenbakje reed zijn rondjes over dezelfde grachten met verbindende dwarsstraten. In het water vuilnisbootjes, onvermoeibaar bezig onwaarschijnlijke troep van de bodem te vissen. Fietsers die zich ’s ochtends en ’s avonds van en naar school en kantoor spoeden. Sombere voetgangers op de van de motregen glimmende trottoirs, diep in de kraag van hun jas weggedoken voor regen en wind.
Wie vandaag met een overvolle trein arriveert op het Amsterdamse Centraal Station en tussen de bepakte en gezakte backpackers de uitgang weet te bereiken moet zich vervolgens haasten om in een van de trams een plaatsje te bemachtigen. Binnengeworsteld spoort een tramconducteur in jolig-plat steenkolenengels de passagiers aan toch zoveel mogelijk plaats te maken voor nog meer passagiers zodat de tram tenslotte werkelijk lijkt op het spreekwoordelijke sardineblik. Wie te voet over het Damrak de Dam probeert te bereiken moet dat wagen te midden van een onafzienbare menigte jongelui van alle nationaliteiten van de wereld maar vooral Amerikanen, Japanners en Chinezen. Hun massa bestrijkt de volle breedte van de weg, inclusief de gedeelten voor het wegverkeer. Autochtone Amsterdammers wagen zich niet of alleen in uiterste noodzaak tussen deze mêlee van menselijk vlees. Te midden van de kakofonie van talen zullen zij zich wel als de ‘mens van Cro-Magnon’ in de Toren van Babel wanen. Volgens recente gegevens huisvest de binnenstad van Amsterdam dag in dag uit drie miljoen zoogdieren van het genus homo sapiens bovenop het miljoen dat de stad inclusief haar randgemeenten al telt.
Vrijwel elk jaar wordt wel ergens ter wereld – al dan niet onder auspiciën van de Verenigde Naties – een klimaatconferentie gehouden waarbij de meesten van de duizenden deelnemers elk evenzovele duizenden kilometers door de lucht afleggen om er hun zegje te doen of alleen maar te luisteren naar de zin en vooral onzin die daar wordt gedebiteerd. Laatstelijk was Parijs de plaats van handeling. Om het doel van het daar opgestelde zoveelste ‘klimaatverdrag’ te halen moet de uitstoot van het zogeheten ‘broeikasgas’ CO₂ drastisch worden verminderd. In het jaar 2020 moet 40 procent minder worden uitgestoten en in het jaar 2015 95 procent minder, aldus de opstellers van het verdrag. Dat alles om de vermeende ‘opwarming van de aarde’ niet verder te laten stijgen dan 2 graden, maar liefst niet verder dan 1,5 procent ten opzichte van de gemiddelde temperatuur die er heerste vóór de industriële revolutie.
De Nederlandse overheid volgt in het algemeen braaf de aanbevelingen en bedenksels van dergelijke klimaatconferenties, daarbij steevast aan de leiband lopend van de in Holland oppermachtige milieubeweging. Het Nederlandse Kabinet laat dan ook geheel en al in lijn daarmee de vraag hoe te komen tot de Nederlandse bijdrage aan het ‘klimaatakkoord’ niet op democratische wijze beantwoorden door de Nederlandse bevolking door middel van een referendum of door haar volksvertegenwoordigers maar door vijf ‘sectortafels’ waarin milieuclubs en politici links van het spectrum de boventoon voeren.
In het ‘regeerakkoord’ van het recente Nederlandse Kabinet wordt alvast een voorschot genomen op de verwachte vergezichten van de sectortafels. Kolengestookte centrales voor de energieopwekking moeten uiterlijk in 2030 worden gesloten terwijl in datzelfde jaar ook de winning van gas in Noordoost Nederland wordt gestaakt (!). Nieuwgebouwde woningen mogen vanaf 2021 niet meer worden verwarmd met gas en later ook bestaande gebouwen niet meer. Nieuwe auto’s mogen vanaf 2030 geen CO₂ meer uitstoten en moeten dus op elektriciteit rijden. Wind- en zonne-energie moeten alle benodigde energie (nu nog luttele procenten) leveren en blijkbaar dus ook voor het transport over weg, water en lucht, want kernenergie blijft taboe in het bange Holland. Nederlanders moeten flink minder vlees en zuivel gaan eten en drinken en meer groenten, fruit en peulvruchten. Een nog uitgebreidere reeks profetieën op weg naar een schone en vooral koele planeet bespaar ik U, maar toch nog even een belangrijk punt.
Een substantieel deel van de bijdrage van Nederland aan het halen van de doelstellingen van ‘Parijs’ moet volgens de milieulobby komen van vermindering van de Nederlandse veestapel. Onderzoek zou hebben uitgewezen dat ook de zwart- en roodbonte koetjes die zo kenmerkend zijn voor het arcadische Utrechts-Zuid-Hollandse en Friese weidegebied verantwoordelijk zijn voor een deel van de CO₂ uitstoot ! Maar wie zich met de trein van bijvoorbeeld Gouda naar Utrecht of van Stavoren naar Dokkum verplaatst kan zich nauwelijks voorstellen dat het handjevol vreedzame herkauwers in de wei, een lust voor het oog in het zomerlandschap, ook maar voor een fractie verantwoordelijk zou kunnen zijn voor de vermeende ‘milieulast’, afgezet tegen de horden blowende, slempende, defecerende en meurende miljoenen die alleen al de Nederlandse hoofdstad tot een surrealistische menselijke mierenhoop maken. En dan hebben we het nog niet over de tallozen in al die andere Hollandse vermaakscentra in en rond de grote steden in Nederland. Vergelijk eens de lieflijke aanblik die een groepje vredig grazende koeien in een groene wei biedt, afgezet tegen de chaos van een menigte luidruchtige, getatoeëerde en gespijkerbroekte backpackers op het Leidseplein!
Over de zin en onzin van de verpolitiekte klimaathype schreef ik eerder in deze krant een uitgebreide beschouwing, gebaseerd op studies van onafhankelijke top-klimaatwetenschappers die unaniem van mening zijn dat klimaatverandering evenals weersverandering een tautologie, een pleonasme is. Dat het aardse klimaat een uiterst complex en nog maar ten dele begrepen fenomeen is. Dat ijstijden en relatief warme perioden elkaar altijd hebben afgewisseld. Dat het klimaat altijd verandert en dat zal blijven doen – met of zonder mensen. En dat de duizenden miljarden aan het ‘klimaat’ uitgegeven euro’s verspilde euro’s zijn.
Anton van den Broek

error: Kopiëren mag niet!