Integratie en assimilatie

Een indrukwekkende mensenmassa vanuit alle lagen van de samenleving heeft door haar aanwezigheid bij de eerste grote vergadering van de VHP, blijk gegeven van de groeiende electorale steun waarop de VHP tijdens de komende verkiezingen mag rekenen. De NDP voelt nattigheid en dat blijkt ook uit de PR-hoek van de grootste partij. De VHP-voorzitter heeft de samenleving opgeroepen om afstand te doen van de etnische politiekvoering. Hij heeft het nieuwe gezicht van de VHP getoond, maar zijn gezicht en zijn haar zijn hetzelfde gebleven. En daaraan valt er niet veel te doen. En dat zal met name door de grootste politieke tegenstander tijdens de verkiezingen worden misbruikt. Als gekeken wordt naar het gedachtegoed dat werkelijk tot uiting komt in uitspraken en keuzes, dan is deze oproep ook of hoofdzakelijk gericht tot de NDP. Analytici die handelingen en motieven bestuderen, die zijn de mening toegedaan dan de NDP in wezen de enige etnische partij naast de PL is overgebleven in het tweede decennium van de nieuwe eeuw. De NDP pretendeert namelijk een nationale partij te zijn, maar het is in wezen een creools-nationalistische partij. De NDP is de avatar van de PNR van de extremistische jurist Eddy Bruma. In de artistieke wereld kreeg het gedachtegoed van het creools-nationalisme eeuwige weerklank in de film ‘Wan Pipel’, een aanklacht tegen het krampachtig vasthouden aan duizend jaar oude gebruiken en tradities uit het oude India. Zo zien we dat de PR van NDP ook jonge zogenaamde opkomende artiesten gebruikt en ‘air play’ geeft om afstand te nemen van India. India wordt bestempeld als ‘etnisch India’, maar op zijn bedeltoer wordt de Indiase president hier wel uitgenodigd. Deze personen krijgen ruimte om live optredens te verzorgen waar de top van de NDP erbij zit en goedkeurend luistert. Dit doen de jongeren in ruil voor een bord linzensoep of concreter gezegd misschien een baan bij de overheid en misschien een huis. Aan de andere kant zien we niet dat de NDP personen opvoert die afstand nemen van ‘etnisch Afrika’.
Er zijn geen politieke partijen in Suriname waar de deuren niet open zijn voor bepaalde bevolkingsgroepen. Er zijn wel politieke partijen waar bepaalde bevolkingsgroepen zich eerder tot aangetrokken en comfortabel bij voelen dan bij andere. De identiteit van zeker de oudere partijen heeft te maken met de koloniale geschiedenis van Suriname en de manier waarop de politieke organisaties in Suriname opkwamen. Daarvoor hoeven we niet eens 100 jaar in de geschiedenis terug te gaan. In de koloniale periode zijn op verschillende manieren kansen geboden aan de vrijgekomen slaven en de vrijgekomen Brits-Indische en Javaanse immigranten. Bij de eerste groep was er een trek naar de stad, in een poging om alles van de witte man na te doen. Dankbaar werden omgekeerde familienamen en namen van Hollandse steden en zelfs denigrerende woorden in het Nederlands als familienaam geaccepteerd. De soortgenoten die kozen om in de productiegebieden te blijven werden als dom bestempeld, tot nu toe wordt neergekeken op de mensen in deze districten. De Hindoestanen kregen grote lappen grond, die door nagenoeg iedereen met beide handen werd aangegrepen. Vanuit onroerend goed bezit, ontstond een meer ruimer vermogen en economische kracht. Een deel bleef van meet af aan op voormalige plantages in Paramaribo. Daar ontstond vanwege ‘jagaran’ de eerste politieke partij, in eerste instantie om voor de groep op te komen. Nu wordt door de NDP veroordeeld dat ooit de nakomelingen van de immigranten ervoor kozen om voor hun groep op te komen in de koloniale tijd die niets eens 50 jaar terug in onze geschiedenis ligt. Deze partij veroordeelt ook dat de nakomelingen van de immigranten die politieke partij hebben willen voortzetten. De NDP heeft een bepaald beeld van ‘nationaal’. Op basis van ook uitspraken die door de top van het land zijn gedaan over de Inheemsen blijkt toch twee zaken. Ten eerste kennen de personen die deze partij (in en buiten rechte) vertegenwoordigen, het verschil niet tussen integratie (vastgelegd in VN-documenten) en assimilatie (in de jaren ’80 verworpen en veroordeeld door VN). Ten tweede gaat deze partij als manier van co-existentie uit van assimilatie en niet van integratie. De VHP bestaat pas 70 jaar. Deze partij heeft vanwege haar ontstaansgeschiedenis een Hindoestaanse basis. Vanwege het feit dat deze groep ook nog de grootste bevolkingsgroep is, is het niet gemakkelijk om nominaal (procentueel) deze homogene basis van de partij de diversifiëren. De VHP wil haar gezicht, waar in principe niets mee fout zit, veranderen als reactie op de etnische aanvallen vanuit de NDP-PR op de radio. Maar de VHP is te groot en de Surinaamse bevolking te klein om een 50-50 situatie te creëren. Het is geen kwestie van onwil, maar een kwestie van de praktische beperking. Partijen worden immers nationaal door hun beleid en niet door de gezichten die zichtbaar zijn. Stromannen zijn altijd op te voeren. Critici zeggen dat de NDP om divers over te komen in DNA en in de regering gebruik maakt van stromannen. De harde kern en de mannen die de lakens en ook andere dingen uitdelen als het moet, is homogeen. De politieke partijen groeien in Suriname naar nationale politieke partijen. De grote partijen pretenderen dat ze nationaal zijn vanwege een bekrompen idee van nationaal of ze hebben de aspiratie om dat te zijn maar moeten de daadwerkelijke groei nog doormaken.

error: Kopiëren mag niet!