Geef met je hart

Geven en delen met een ander zonder iets terug te verwachten, geeft een ontzettend fijn gevoel en schept een fijne sfeer onder elkaar. Er zijn echter ook mensen die het fijn vinden iets terug te doen als een ander iets voor ze doet. Misschien niet meteen of op dezelfde manier, maar ze zoeken bewust naar mogelijkheden om de zaak in balans te houden. Misschien uit een soort trots. Naast een balans tussen ontvangen en geven speelt er nog een ander element. Dat is de behoefte om de verbinding met de ander te voelen. Je wilt betekenisvol voor de ander zijn. Je wilt erkenning en je deel van een groter geheel voelen. Niemand kan (over)leven zonder onderdeel te zijn van een groep. Maar je wilt ook autonomie ervaren. Je bent zelf iemand en dat wil je ook tot uitdrukking brengen. Je wilt voelen dat je uniek bent, je wilt als persoon erkenning en gezien worden. Je wilt geven en tegelijk ook je eigenheid blijven voelen. Dit zijn allemaal normale, eerlijke gevoelens.
Echter, er zijn ook mensen die leven volgens Quid pro quo, het principe van ‘voor wat, hoort wat.’ Quid pro quo is een Latijnse uitdrukking en betekent letterlijk “het ene voor het andere.” Ik doe iets voor jou en ik verwacht iets terug. Dit kan letterlijk gezegd worden of stilzwijgend door de ander worden aangegeven. In het ergste geval komt er soms dwang of chantage om de hoek kijken. Dit fenomeen speelt zich vaak af op het politieke toneel. Kijk maar naar rijke landen die geven en zogenaamd hulp bieden aan arme landen. Onder het mom van helpen, ligt de adder in het gras te wachten om later toe te slaan. Ze hebben reeds lang berekend wat ze kunnen terugpakken en hoe. De hulp was geen gebaar vanuit het hart maar uit berekening. Ze willen iets terug. Ook tijdens de verkiezingen steekt dit fenomeen de kop op. Dan staan de mensen te dringen om zogenaamd de politieke leider te helpen terwijl ze er eigenlijk op uit zijn om er zelf beter van te worden. In hun hoofd maalt de gedachte,’ dit is mijn kans, nu moet ik binnen zien te komen om mijn slag te slaan want ik weet niet hoe lang ik deze post zal vervullen.’ Het feit dat de benoeming slechts is voor 5 jaar of minder, werkt dit gedrag in de hand.
Deze periode naar de verkiezingen toe, is er een van onderhandelen en je eigen positie veilig stellen:
– Ik geef geld voor jouw campagne maar verwacht wel een ministers post voor mijn vriend of een familie lid.
– Ik doe dit of dat voor je maar dan geef jij mij en mijn dochter een belangrijke functie.
– Ik sluit me aan bij jouw partij maar verwacht dat je mij met de regelmaat van de klok, werk bezorgt. Ik wil er flink aan verdienen!
– Ook in de familiesfeer maakt men zich schuldig aan profiteren van de positie van de ander: “Hee broer je hebt nu een belangrijke positie, dus bezorg mijn zoon werk of regel je zus voor een directie functie.”
Onze kinderen groeien op in een klimaat van geven en tegenprestaties terug verwachten, van regelen en worden geregeld, van vriendjes politiek, enz. De mensen die een ander in zo’n situatie plaatsen, laten met dit egoïstische gedrag zien dat ze alleen aan zichzelf denken. Het kan ze niets schelen dat ze de naam en de positie van de ander hiermee bekladden en nog minder dat ze het land schade berokkenen.
Ook doneren is een vorm van geven. Bedrijven doneren vaak aan goede doelen en ook kan er financiële ondersteuning worden gevraagd voor een maatschappelijk project. Doneren is geven vanuit je hart en toch zijn er bedrijven die geven met de bedoeling iets terug te ontvangen. Zij geven dus niet vanuit het hart. Natuurlijk zijn er ook bedrijven die weigeren te doneren. Dat is hun goed recht. Ze zijn niet verplicht om te doneren en geven een eerlijk ‘nee’.
De laatste tijd hoor ik zo vaak mensen zeggen: ” Financiële hulp vragen voor jouw project is tijdverspilling, niemand wil meer geven, in deze “pina ten’ is men er meer op gericht om zijn eigen hachje te redden.” Dit wekt de indruk dat niemand meer iets voor een ander wil doen vanuit zijn of haar hart, dus puur omdat ze gewoon willen helpen.
Gelukkig kan ik de mensen op dit punt geruststellen. Ondanks de sfeer die er gecreëerd wordt van ‘voor wat hoort wat,’ kan ik u uit eigen ervaring, verzekeren dat er nog steeds mensen zijn die geven vanuit hun hart. Ik houd me bezig met hulp aan bejaarden. Het komt wel eens voor dat ik wat financiële hulp nodig heb voor mijn bejaardenproject. Hoewel ik vaak bot vang als ik voor een donatie bij bedrijven aanklop, zijn er echter ook bedrijven die graag geven zonder iets terug te verwachten. Ik kom zelfs vaak mensen tegen die mij uit zichzelf benaderen en zeggen: ”Als je dit jaar weer een donatie nodig hebt voor je bejaardenproject, kom dan maar langs hoor. “Op zulke momenten, ben ik dan zo diep geraakt dat de tranen me in de ogen schieten. Ik vergeet dan op slag dat er zoveel bedrijven hebben geweigerd om te doneren en koester alleen het gebaar van deze kleine groep. Deze momenten geven mij namelijk keer op keer de verzekering dat er nog mensen rondlopen die geven met hun hart, mensen die niet leven volgens het principe van’ voor wat, hoort wat.’
Beste mensen verlies het geloof niet in je medemens. Ondanks de negatieve ervaringen om ons heen zijn er nog steeds mensen die geven met hun hart.
Don’t lose hope in humanity.
JOSTA VASEUR

error: Kopiëren mag niet!