FTW start voertest met kippen

De Anton de Kom Universiteit van Suriname (Faculteit der Technologische Wetenschappen) start vandaag met een voertest. Dit in opdracht van Gerard van den Bergh (directeur Duckfarm/Doksenclub). Vijf voermerken worden in een proef ingezet. Het gaat om 3 lokale en 2 buitenlandse voersoorten. Er wordt in de testfase gekeken naar verschillende criteria. De aandacht wordt gevestigd op de groeisnelheid van de kippen, voerconsumptie per voersoort, sterkte van de voersoort en voederconversie. Per voersoort zullen ongeveer 140 kippen worden ingezet. “Wij komen niet aan het voer. Het wordt aangeleverd en gebruikt zoals de voerfabrikant dat adviseert”, stelt Robert Tjien Fooh, coördinator Pluimveeonderzoek bij de FTW.
Uiteindelijk moeten er conclusies worden getrokken rond de kwaliteit van het eindproduct (kip en kippenvlees), dat met behulp van het voer wordt geproduceerd. Het lag initieel in de bedoeling dat de test op verzoek van de Associatie Pluimveesector Suriname (APSS) zou worden uitgevoerd. Uiteindelijk ging de APSS uit beeld. APSS-voorzitter Nemchand Kanhai stelt dat het om een gevoelige zaak gaat. “Er wordt ook buitenlands voer getest. Wat als mocht blijken dat er een tekortkoming is? Zo maken wij het alleen maar moeilijk voor onze ondernemers. Wij vallen en staan met deze sector. Het is moeilijk om nu testen uit te gaan voeren. Stel dat er wat gebeurt en wij niet meer kunnen importeren. Dan zijn wij toch weer aangewezen op lokale productie. Wat als het resultaat een bepaald veevoerbedrijf gunstig uitkomt? Dit soort van zaken moeten goed uitgesproken worden. Wij willen corrigerend optreden, maar wij willen niets kapot maken. Laat het onderzoek op individuele basis geschieden, maar niet namens de APSS”, stelt Kanhai.
Uiteindelijk wordt het onderzoek voortgezet door Van den Bergh op persoonlijke titel. Naar zijn zeggen doen van de 5 veevoerbedrijven hoogstwaarschijnlijk 4 mee met de test. Van de 3 Surinaamse voerfabrieken verleent 1 in ieder geval haar medewerking niet. Van 1 bedrijf is de deelname nog twijfelachtig en de derde zou geen moeite mee hebben. Het meedoen zou betekenen dat deze bedrijven ook bijdragen in de kosten. “De test gaat gewoon door. De voerfabrieken hebben twee keuzen: of zij doen mee en hebben inspraak, of zij doen niet mee en hebben totaal geen inspraak. Alle vijf voersoorten worden meegenomen”, aldus Van den Bergh. De test wordt volgens de Doksenclub-directeur vooralsnog door hem voorgefinancierd.
Volgens bronnen vrezen enkele lokale voerproducenten dat hun producten het niet goed zullen doen bij de test. Dit zou voor de kwekers in ieder geval een eyeopener zijn. Per slot van rekening zou men volgens de bronnen liever kijken naar het duurzame (voer van goede kwaliteit) dan naar het niet duurzame(voer van minder goede kwaliteit).
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!