Erkenning gelijkwaardig partnerschap nodig bij politie

Er is een verontrustende ontwikkeling zich aan het voordoen binnen het KPS die de vrees rechtvaardigt dat het op gezette momenten tot escalaties zal komen in het korps. Volgens de taakomschrijving van ministeries is de minister van Juspol de eindverantwoordelijke voor het reilen en zeilen bij het Korps Politie Suriname. Er is ook een rol weggelegd voor de PG: hij is belast met de justitiële politiezorg. Hij is bevoegd aan de ambtenaren, die met politionele taken zijn belast, zodanige instructies te geven, ter voorkoming, opsporing en nasporing van strafbare feiten, als hij in het belang van een goede justitie nodig oordeelt. Om het operationele en technische gedeelte in goede banen te leiden is er een korpschef die onderdeel is van het KPS en wel als hoogste executieve orgaan. Het korps kent een interne hiërarchie die op de wet is gebaseerd. De minister is geen onderdeel van de interne hiërarchie en heeft ook geen politierang. Zij kan wel aangeduid worden als de baas van de politie omdat hiërarchisch in het ambtelijke de echte baas van de politie (de korpschef) onder haar valt. De minister van Juspol is nooit een politiefunctionaris geweest, naar ons weten heeft ze ook geen politionele opleidingen gevolgd. Onze Juspol-minister is meer een persoon uit de academische en advocatenwereld. De laatste twee langstzittende ministers op Juspol waren getrainde en hoog opgeleide politiefunctionarissen Santokhi en Belfort. Beiden hebben op academische instellingen gestudeerd met (straf)recht als onderdeel. De politieorganisatie is in Suriname nog een organisatie in ontwikkeling. De vrouwen komen in het korps op, ze rijden tegenwoordig ook op de motorfietsen, maar het is nog steeds een mannenwereld. Enkele maanden terug is een verkiezing geweest binnen de politiebond en is het bestuur overgenomen door een aantal redelijk geschoolde politieambtenaren. Dit bestuur is jong en de leden hebben als zodanig geen ervaring in het vakbondswerk. Opleidingen voor het vakbondswerk hebben ze ook niet gevolgd. Eerder hebben ze verklaard dat dat niet per se nodig is, omdat ze over een behoorlijk denkniveau beschikken. De politieorganisatie vervult een zeer belangrijke rol in de Staat Suriname. Deze organisatie is ingesteld om eigenrichting van de burgerij te voorkomen. Deze organisatie bezit de monopolie om geweld toe te passen, met inachtneming van de grenzen van wet en recht en de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. De politiekorpschef is onderdeel van de constitutionele Veiligheidsraad. De taken van de politie zijn in de grondwet opgenoemd. Nu hebben we boven op/in de politieorganisatie twee vrouwelijke functionarissen die toevallig niet het gezag uitstralen die nodig is of hoort bij de politie. De uitstraling ontbreekt fysiek, maar ook immaterieel. Er is de afgelopen dagen beweerd dat de korpschef de politieorganisatie niet zal kunnen leiden, eerder zijn ook geopperd de beperkingen die de minister heeft op dit stuk. Er zijn geruime tijd, ingegeven door de budgettaire beperkingen die zich voordoen overheidsbreed, bezuinigingsmaatregelen gaande. Daarbij zijn er veranderingen opgetreden in het overurenbeleid. Dat de mutaties in het overurenbeleid te maken hebben met geld is aannemelijker dan dat het te maken heeft met de arbeidsomstandigheden (burn-out). De salarissen bij de overheid zijn slecht en voor politieambtenaren zijn de overuren extra inkomsten, waarop ze plannen en gezinnen onderhouden. Een veranderd beleid met betrekking tot overuren zal betekenen dat politieambtenaren na een hele tijd, en nu in een periode waar de salarissen door devaluaties zijn gehalveerd, nu opeens minder gaan verdienen. Dat betekent dat er straks een verdergaande demotivatie en ontevredenheid de kop op zal steken. En dat in een periode waar er een toename schijnt te zijn van roofovervallen. In dit kader is het onontbeerlijk dat de minister en de korpschef aan de ene kant en de bond aan de andere kant met elkaar blijven praten en geen ruzie met elkaar maken. De minister zou aanstoot hebben genomen aan opmerkingen geplaatst op social media in een gesloten kring. Deze opmerkingen heeft ze als bedreigend ervaren om dan binnen korte tijd daarop terug te komen. De minister zou met de bond en de korpsleiding praten, maar zegde af omdat ze zich bedreigd voelde. Daarna werd de bond weer opgeroepen. Het lijkt erop dat deze minister en deze bondsleden in de toekomst met elkaar zullen clashen. De bond bestaat uit jonge onervaren vakbondsbestuursleden. Zij moeten leren hun kennis te combineren met takt. Ook is van belang dat de bestuursleden zelfbeheersing in acht nemen en het doel van de belangengroep steeds voor ogen houden. De minister zouden we aanbevelen om de bond te erkennen als een partner die het politiekorps vertegenwoordigt. Het is niet in het belang van een partij als de minister en de korpschef en de bond met elkaar in conflict zijn. Door de korpschef is geïnsinueerd dat de politiebond niet ertoe in staat is om de dienstverlening aan te tasten, maar dat is naar ons oordeel wel zo. De politie heeft in het verleden een bepaald actieparool afgekondigd en zou dat nu ook kunnen doen. Voorkomen moet worden dat functionarissen trachten om collectieve acties op te vangen zoals dat bij de EBS gebeurde. De EBS en de politie zijn twee organisaties die qua karakter met elkaar verschillen. In de relatie politiebond en de minister en korpschef is niemand groter dan de ander: het gaat om gelijkwaardige partners. Als dat bewustzijn er is dan kunnen escalaties worden voorkomen.

error: Kopiëren mag niet!