C-47 heeft handvaten voor onderhandeling met regering

De Progressieve Vakcentrale C-47 organiseerde op 23 juni een lezingenavond voor haar leden en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. De lezingen werden gehouden in het SPA-gebouw. De lezingen werden verzorgd door ingenieur Edmund Neus en de voorzitter van de Vereniging van Economisten, Winston Ramautarsing. C-47 voorzitter Robby Berenstein gaf aan de lezingen nodig waren vanwege de actualiteit van de problematiek ‘Energietarieven’ en ‘De discussie rond het Internationaal Monetair Fonds en het crisisplan van de regering’. De maatregelen die getroffen worden, zullen zeker op het grootste deel van de bevolking een enorme impact hebben. C-47 wil zich volgens Berenstein niet alleen bezighouden met economische modellen, maar ook met het effect op zakken van de werknemers, koopkracht, productievermogen en productiviteit.
Ramautarsing sprak over de mogelijkheden met het Herstel- en Stabilisatieplan van de regering. Volgens zijn analyse heeft het plan kans van slagen indien de overheid haar aanpak verandert. Zoals eerder al gedaan, constateert Neus op basis van bestudering van meer documenten dat het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen een te hoog tarief heeft vastgesteld voor de elektriciteit. Hij stelt nog steeds dat de overheid teveel betaalt voor geleverde energie uit Afobaka en van Staatsolie. Het probleem met EBS echter is dat haar cijfers moeilijk te matchen zijn met de berekeningen van Neus. De cijfers van de kosten van de operaties van EBS zij nog steeds niet bekend.
Het totaal beschikbaar vermogen, zonder het verlies tijdens transmissie en distributie in acht nemende, is 172.3 miljoen kWh per maand. Gemiddeld kost het genereren van energie (EBS, Staatsolie en Suralco) bijkans 6 US$ cent. Uiteindelijk, al de bijkomende kosten bij elkaar optellend, komt Neus nu op een gemiddeld tarief van 11,1 U$ cent uit. Dat zou volgens zijn berekening het tarief met alle bijbehorende zaken moeten zijn. Neus heeft de handen kunnen leggen op data van het ministerie, waaruit blijkt dat Staatsolie haar elektriciteit voor 9,8 cent per kWh levert. Staatsolie vraagt dus bijna het dubbele van hetgeen zij aan kosten uitgeeft. Ook wijst Neus op andere data van het ministerie, waarvan uitgaande het ministerie gigantische bedragen neertelt voor al het verkregen ‘goedkoopste’ energie uit Afobaka. “Vervolgens moeten wij extra hoge tarieven betalen om dit goed te maken”, stelt Neus.
Een van de deelnemers aan de discussie stelde dat gezien de EBS bijkans twee maal de kostprijs moet betalen aan Staatsolie, zij liever zelf kan investeren in generatoren om de prijs naar beneden te kunnen drukken. Volgens Neus is het overduidelijk dat dat een optie is. “Als je anderen zoveel moet betalen, ga je het liever zelf doen”, stelt Neus. Het lag in de bedoeling om handvaten aangereikt te krijgen om die als vakbeweging naar de deliberaties met de overheid mee te nemen. Volgens Berenstein heeft zowel Neus als Ramautarsing de situatie beter beschreven dan het hetgeen C-47 al wist. “Wij hebben allang de indruk dat wij veel betalen voor stroom. Neus heeft het alleen voor ons op een rij gezet”, stelt Berenstein. Alleen het feit dat de zaak wetenschappelijk is beschreven, is voor de vakbeweging al een handvat om sterker te staan in haar schoenen.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!