Santokhi verwijt regering machtsmisbruik en rancune met angstcultuur

Santhoki gaf tijdens een ontmoeting van de Kenniskring dinsdagavond aan dat V7 druk bezig is te werken aan het eerder aangekondigde herstelprogramma voor Suriname dat de partijcombinatie binnen de eerste 6 maanden van haar aantreden als regering zal implementeren. Echter ondervindt de commissie problemen als het gaat om het krijgen van financiële informatie, waardoor het niet zo gemakkelijk is om een goed beeld van de totale financieeleconomische en monetaire situatie van het land te schetsen. Men moet volgens Santokhi in het geheim aan deze informatie zien te komen, omdat de verstrekkers bang zijn voor rancune. “Dat is de cultuur nu in het land, een angstcultuur”, zei de VHP-leider.
“Er moeten stiekem afspraken gemaakt worden met ondernemers en instituten als ze met ons willen praten vanwege rancune, angst en onzekerheid. Indien ondernemers aan de regering te kennen geven dat hun bedrijfssituatie kritisch is vanwege achterstallige betalingen, krijgen ze opeens een zware belastingaanslag toegestuurd na een paar weken”, gaat hij verder. Santokhi noemt dit ‘misbruik van macht’. Er mogen volgens hem geen vragen gesteld worden ten aanzien van het beleid van de regering en alles wordt binnen een kleine kamer besproken. “U bent onbelangrijk. De energiesector is niet uw zaak. Wat het nieuwe tarief zal zijn voor energie is niet uw zaak, maar is de zaak van en kleine groep personen.” Santokhi gaat verder door te stellen dat de houding van de huidige regering er één is van “wij hebben het voor het zeggen en wij zijn de nieuwe eigenaars van Suriname”.
We beheren de energiesector, de financiële sector, we beheren het ambtenarenapparaat en straks het politieapparaat, voor zover dat nog niet beheerd wordt.” De politicus vergeleek de huidige situatie met die van Venezuela.” Zo is het begonnen in Venezuela, een rijk land met zoveel inkomsten, nu één van de armste landen op het halfrond door slechte bestuurders, slecht bestuur en slecht beleid. Als je zaken in de publiciteit brengt, reageert men alsof het niet verteld mag worden. De hel breekt dan los, omdat zij het voor het zeggen hebben in het land.”