Pensioenleeftijd: waarom Suriname geen Denemarken is

In Suriname laait de discussie regelmatig op: moet de pensioenleeftijd van 60 jaar worden verhoogd naar 65? Soms wordt het gebracht als een noodzaak, dan weer als een vrijblijvende optie “op verzoek”. Maar wie eerlijk kijkt naar de Surinaamse realiteit, ziet al snel dat deze discussie weinig zinvol is.

De gemiddelde maximale levensverwachting in Suriname ligt rond de 72 jaar. Dat betekent dat veel mensen na hun pensioen slechts een korte periode hebben om daadwerkelijk van rust te genieten. Tegelijkertijd laat de ouderenzorg veel te wensen over. Chronische aandoeningen, beperkte toegang tot gespecialiseerde zorg en hoge medicijnkosten maken doorwerken tot 65 voor een groot deel van de bevolking geen realistische optie.

Daar komt bij dat Suriname een multi-etnische samenleving is, met duidelijke verschillen in gezondheid, arbeidsbelasting en levensomstandigheden. Een uniforme pensioenleeftijd negeert deze realiteit en behandelt ongelijkheid alsof die niet bestaat.

Ter vergelijking: Denemarken heeft wetgeving aangenomen om de pensioenleeftijd stapsgewijs te verhogen naar 70 jaar in 2040. Dat beleid is gekoppeld aan een hoge levensverwachting, sterke sociale vangnetten en een goed functionerende ouderenzorg. Die context ontbreekt in Suriname.

Het klakkeloos overnemen van buitenlandse modellen zonder rekening te houden met lokale omstandigheden is geen hervorming, maar beleid op papier. Voor Suriname zou de focus niet moeten liggen op langer werken, maar op beter leven — vóór én na het pensioen.

error: Kopiëren mag niet!