De voormalige hoofdarchitect van de nationale veiligheid en Covid-19 crisismanager lijkt tegenwoordig vooral te schitteren in de rechtszaal. Het Openbaar Ministerie houdt koppig en stug vast aan een strafeis van negen jaar celstraf tegen Danielle Veira, onder meer voor vermeende medeplichtigheid aan gijzeling en het onbevoegd verstrekken van wapenpasjes. De hele zaak lijkt op een strafrechtelijk menu waar zelfs Netflix scenaristen jaloers op zouden zijn.
Veira, ooit geprezen en gerespecteerd om haar rol tijdens de pandemie, ontkent alle aanklachten en beroept zich op haar bijzondere verdiensten in de Covid-periode.
Ze beargumenteerde haar positieve bijdragen aan de samenleving en eerzame levenswandel. Haar advocaten pleiten onschuldig en haar laatste woord klonk alsof ze van volksheldin was gedegradeerd naar een verschoppeling. Een klassiek voorbeeld van het tragikomische “Fall from Glory”.
Terwijl de Krijgsraad zich buigt over haar toekomstig lot, houden wij onze adem in. Wij vragen ons af of het vonnis gerechtigheid zal betekenen of een tragische laatste acte in een drama dat begint met Covid-maatregelen en eindigt in de rechtszaal.
BRASA MIE

