Het jaar 2025 zal de geschiedenis ingaan als een kantelpunt voor de Surinaamse olie- en gassector. Waar eerdere jaren vooral in het teken stonden van verwachtingen, studies en beloftes, kreeg het afgelopen jaar concreet gewicht. Met investeringsbesluiten, nieuwe contracten, internationale belangstelling en strategische discussies over nationale belangen, zette Suriname onmiskenbaar stappen richting een nieuwe economische realiteit.
Blok 58
Centraal stond opnieuw offshore Blok 58, waar TotalEnergies, APA Corporation en Staatsolie voortgang boekten met het GranMorgu-project. Met een al genomen Final Investment Decision en een beoogde start van de olieproductie rond 2028, werd 2025 het jaar waarin Suriname niet langer sprak over “mogelijkheden”, maar over daadwerkelijke uitvoering.
De voorbereidingen op infrastructuur, logistiek en lokale betrokkenheid kregen zichtbaar vorm en bevestigden het vertrouwen van internationale partners in Suriname als stabiele energie-speler. Dat vertrouwen uitte zich ook in de ondertekening van nieuwe productiedelingscontracten.
Staatsolie sloot in 2025 overeenkomsten voor offshore Blok 9 en Blok 10 met gerenommeerde internationale energiebedrijven, waaronder Petronas, Chevron en QatarEnergy. Deze deals versterkten het beeld dat Suriname zich snel ontwikkelt tot een serieuze offshore-provincie in de regio, met een aantrekkelijk investeringsklimaat en duidelijke spelregels.
SEOGS
Een belangrijk moment van zichtbaarheid was de Suriname Energy, Oil & Gas Summit & Exhibition (SEOGS 2025). Tijdens deze internationale bijeenkomst werd duidelijk dat de sector niet alleen draait om boringen en vaten olie, maar ook om geopolitiek, financiering en lokale ontwikkeling. De aankondiging van miljarden aan investeringspotentieel en financiële ondersteuning voor Staatsolie onderstreepte het strategisch belang van de sector voor de nationale economie.
Tegelijkertijd werd het lokale bedrijfsleven nadrukkelijk opgeroepen zich voor te bereiden op deelname, zodat de opbrengsten niet uitsluitend buiten de landsgrenzen zouden landen.
Naast olie kreeg ook aardgas in 2025 een prominentere plaats op de agenda. De positieve beoordeling van het Sloanea-1 gasveld in Blok 52 betekende een historische stap richting mogelijke offshore gasproductie. Daarmee werd duidelijk dat Suriname zijn energie-toekomst breder ziet dan olie alleen, met gas als potentiële motor voor elektriciteitsopwekking, industriële ontwikkeling en export op langere termijn.
Reflectie
Toch ging de vooruitgang gepaard met kritische reflectie. Beleidsmakers, economen en maatschappelijke organisaties waarschuwden herhaaldelijk voor de risico’s van een ongecontroleerde olie-boom. Begrippen als de ‘olie-vloek’ en de ‘Hollandse ziekte’ vielen regelmatig in het publieke debat. De kern van die waarschuwingen: zonder solide beleid, transparantie en investeringen in onderwijs, infrastructuur en diversificatie, kan olie rijkdom brengen zonder brede welvaart.
2025 liet daarmee een dubbel beeld zien. Enerzijds een jaar van doorbraken, internationale erkenning en tastbare vooruitgang. Anderzijds een jaar waarin duidelijk werd dat succes niet vanzelfsprekend is en dat de echte uitdaging pas begint bij goed bestuur, lange-termijnvisie en het beschermen van nationale belangen. Suriname staat aan de vooravond van een nieuw tijdperk.
Het afgelopen jaar maakte duidelijk dat het land niet langer slechts toeschouwer is in de wereldwijde energiesector, maar een speler in wording. Of deze ontwikkeling zal uitmonden in duurzame groei en brede welvaart, zal afhangen van de keuzes die nú worden gemaakt. 2025 was daarin geen eindpunt, maar een beslissend begin.