De discussie rond het grondrechtenvraagstuk mag niet opnieuw ontsporen in maatschappelijke onrust en juridische chaos. Dat heeft NDP-parlementariër Michael Marengo gesteld. Hij pleit voor zorgvuldigheid, samenhang en vooral duidelijk beleid. Volgens Marengo staat Suriname op een kruispunt: terwijl het parlement werkt aan het grondenrechtenvraagstuk, lopen parallel gevoelige dossiers zoals de Wet Natuurbeheer, die diep ingrijpen in gebieden van inheemse, tribale en plantagegemeenschappen.
Marengo benadrukte tegenover STVS dat lessen uit het verleden niet genegeerd mogen worden. “We moeten goed checken wat we doen met die grondrechten, zodat we geen nieuw ‘bekend geval’ krijgen”, stelt hij, doelend op eerdere protesten en conflicten rond gronduitgifte.
Hij wijst erop dat plantagegronden vaak rechtmatig zijn gekocht, met kaarten en documenten, nog voordat er sprake was van een formeel domeinkantoor. Toch ziet hij dat de overheid ook nu nog ruimte vindt om binnen die gebieden gronden uit te geven. “Dat schuurt, en dat zorgt voor wantrouwen.”
Samenwerking was nooit het probleem
Volgens Marengo ligt het probleem niet bij de gemeenschappen zelf. Inheemse-, tribale- en plantagebewoners hebben historisch gezien altijd samengewerkt met de overheid wanneer projecten in het algemeen belang waren. Hij noemt concrete voorbeelden: de aanleg van de luchthaven, de spoorbaan, Suralco-activiteiten, Billiton, SWM en andere nationale infrastructuurprojecten.
“Zolang het goed is voor de gemeenschap en het land, werken mensen mee. Dat is nooit een probleem geweest.” Juist daarom waarschuwt hij voor het creëren van onnodige tegenstellingen. Bescherming van natuur en leefgebieden kan volgens hem prima hand in hand gaan met overleg en respect. “Ook voor natuurbeheer zal samenwerking geen obstakel zijn, mits het transparant en rechtvaardig gebeurt.”
Demarcatie als tussenoplossing
Marengo herinnert eraan dat al tijdens eerdere NDP-regeringen is gepleit voor een tijdelijke wet op demarcatie, om gebieden voorlopig te beschermen zolang het grondrechtenvraagstuk nog werd uitgewerkt. “Terwijl we praten, onderzoeken en wachten, zijn er concessies en gronduitgiftes doorgegaan in gebieden waarvan de grenzen niet eens duidelijk vastlagen”, zegt hij. “Met demarcatie hadden we die gebieden tenminste kunnen afschermen tegen verdere uitgifte.”
Volgens de parlementariër is het onvermijdelijk dat in 2026, naast de Wet Natuurbeheer, ook het grondenrechten vraagstuk nadrukkelijk op de parlementaire agenda komt. President Jennifer Simons heeft hierover intensieve gesprekken gevoerd met inheemse en tribale leiders, zowel vóór als na haar aantreden. “Dit dossier sleept al jaren. Het kan niet langer vooruitgeschoven worden.”
