Een vrouw die wereldwijd wordt gezocht voor de moord op twee meisjes van 13 en 14 jaar in Colombia, is vrige week levend uit het water van de river de Thames in Londen gehaald.
De zakenvrouw was al meer dan acht maanden voortvluchtig. Ze zou de overleden meisjes vergiftigde frambozen hebben gegeven, uit wraak nadat haar affaire met de vader van één van hen was stukgelopen.
Het begon allemaal acht maanden geleden, toen de 14-jarige Ines de Bedout en haar 13-jarige vriendinnetje Emilia Forero stierven door vergiftiging, in een appartement in Bogotá. Hoofdverdachte van wat later de ‘frambozenmoord’ werd gedoopt: Zulma Guzman Castro (54). Zij vertrok met de noorderzon.
Volgens de autoriteiten vluchtte de vrouw eerst naar Argentinië en Brazilië, om vervolgens richting Europa te trekken. Ze verbleef in Spanje en week daarna vermoedelijk uit naar het Verenigd Koninkrijk. Dat laatste wordt nu op opvallende wijze bevestigd. De Britse politie zocht sinds 11 november actief naar Castro.
Vorige week dinsdagochtend Rond kwart voor 7 ’s morgens was er een alarm binnengekomen bij de Londense politie over een drenkelinge in de Thames, nabij de Battersea-brug in het westen van Londen. Niemand minder dan de voortvluchtige Zulma Guzman Castro werd na een zoekactie met lampen uit het ijskoude water gered.
Ze werd naar het ziekenhuis gebracht, haar verwondingen bleken niet levensbedreigend. Het is op dit moment niet duidelijk in welke omstandigheden de vrouw precies in de rivier is beland.

