Goede voornemens vs. realiteit: waarom we elk jaar opnieuw beginnen

Aan het begin van elk nieuw jaar beloven Surinamers zichzelf opnieuw een frisse start. “Dit jaar ga ik afvallen.” “Ik ga eindelijk sparen.” “Ik ga echt naar het buitenland.” De lijstjes worden langer, de motivatie groter — maar ergens rond februari beginnen de scheurtjes te ontstaan.

Neem Rajesh, die op 1 januari vol trots een nieuwe sportschoen kocht. In de eerste week stond hij elke ochtend om zes uur bij de fitness. Tegen week drie lag de schoen al onder het bed, verstopt onder een laagje schuldgevoel. “Mi no man moro”, lacht hij nu zelfironisch. “Die bará was toch lekkerder dan broccoli.”

Of kijk naar Shanti, die zwoer dit jaar te sparen. Maar met stijgende prijzen, onverwachte uitgaven en een familie die altijd iets nodig heeft, voelt sparen soms als water dragen in een mand.

En dan zijn er de emigratieplannen. Elk jaar zegt iemand: “Mi o go na Holland disi yari.” Maar tussen dromen en vertrek zitten documenten, geld, moed — en vaak een heel leven dat je niet zomaar achterlaat.

Toch beginnen we elk jaar weer opnieuw. Misschien niet omdat we falen, maar omdat hoop hardnekkig is. Goede voornemens zijn beloften aan onszelf — en soms is het opnieuw proberen al een overwinning.

error: Kopiëren mag niet!