In de vroege ochtend van donderdag 11 december werd aan de Gemenelandsweg, ter hoogte van Elgawa, een dak- en thuisloze man dodelijk aangereden. Zijn lichaam bleef levenloos achter op de weg. De bestuurder van het betrokken, nog onbekende voertuig sloeg op de vlucht. Tot op heden heeft de politie geen nadere updates verstrekt over het onderzoek.
De man was in de omgeving een bekend gezicht. Dagelijks duwde hij zijn karretje voort, rustig, niemand tot last. Hij werd vaak gezien, maar zelden echt gezien. Zijn dood roept daarom extra vragen op: mag het zo zijn dat een zaak minder urgent wordt behandeld omdat het slachtoffer dakloos was? Die gedachte schuurt en raakt aan het gevoel van rechtvaardigheid in de samenleving.
Volgens strafrechtjuristen heeft de bestuurder meerdere ernstige strafbare feiten gepleegd. Het doodrijden van een persoon kan worden aangemerkt als dood door schuld in het verkeer, een misdrijf waarop een gevangenisstraf en rijontzegging staan. Het vervolgens verlaten van de plaats van het ongeval — terwijl het slachtoffer hulpeloos achterblijft — geldt als een verzwarende omstandigheid en is op zichzelf strafbaar. Het recht kent geen onderscheid tussen arm of rijk, met of zonder dak.
Deze zaak vraagt om daadkracht. Niet alleen om recht te doen aan één man, maar om te laten zien dat ieder mensenleven telt.