De recente bekendmaking van Petronas dat het Sloanea-veld in Vlok 52 commercieel levensvatbaar is, markeert een kantelpunt voor Suriname. Voor het eerst staat het land op de drempel van een strategische tweede pijler binnen de offshore-sector: grootschalige gasmonetisatie. De ontdekking Sloanea-1 werd al in 2020 gedaan, maar pas na twee jaar van appraisals en technische studies is bevestigd dat het om een commercieel winbaar gasveld gaat.
Petronas bezit 80 procent van het blok, terwijl Staatsolieās Paradise Oil Company de resterende 20 procent inneemt. De ontwikkeling zal plaatsvinden via subsea-putten die worden aangesloten op een drijvende LNG-faciliteit (FLNG). Daarmee betreedt Suriname voor het eerst de internationale LNG-markt.
Slimme eerste stap
Volgens Technip Energies, een wereldspeler in offshore-ontwikkeling, is FLNG de meest pragmatische keuze voor landen als Guyana en Suriname. Het gas wordt op zee verwerkt, vloeibaar gemaakt en direct geƫxporteerd. Dat vermijdt de noodzaak van een dure deepwater-pijpleiding naar de kust, iets wat bij een traditioneel gas-to-shore traject wƩl vereist is. Toch blijft het gas-to-shore scenario levendig in beleidskringen.
De verklaring voor die dubbele strategie is eenvoudig: FLNG is een efficiƫnte start, maar Suriname kijkt verder dan export alleen. Binnenlandse stroomproductie, energiezekerheid, industriƫle groei en uiteindelijk een gasgestuurde economie zijn onderwerpen die al jaren op de nationale agenda staan.
Petronas in Suriname
Het bredere gaspotentieel kreeg dit jaar een nieuwe dimensie toen Petronas een Production Sharing Contract tekende voor blok 66. Het Maleisisch bedrijf is nu actief in de blokken 9, 10, 48, 52, 53, 63, 64 en 66.
Nieuwe blokken betekenen geen garantie op ontdekkingen, maar ze vergroten wƩl de kans op het opbouwen van voldoende reserves om toekomstige binnenlandse gasprogrammas te dragen. Vooral beleidsmakers zien hierin kansen. Extra gasreserves kunnen Suriname in staat stellen om de energiemix te diversifiƫren, de industrie te versterken en minder afhankelijk te worden van import. Het opent zelfs de mogelijkheid om op langere termijn regionale exportstromen op te zetten.
Gas als tweede economische pijler
Sinds de internationale aandacht voor Suriname explodeerde door de olievondsten in de diepe offshore, werd gas steeds gezien als een interessante maar secundaire factor. De commercialisering van Sloanea verandert dat. Gas wordt nu een strategisch onderdeel van de toekomstige energiearchitectuur. Gas-to-shore moet volgens kenners dan ook niet gezien worden als ƩƩn project, maar als een traject. Het gaat om een reeks mogelijke investeringen: eerst FLNG, daarna misschien een onshore gasverwerkingsinstallatie als de volumes blijven groeien.
Wat gebeurt er nu?
Petronas en Staatsolie werken momenteel aan een volledig Field Development Plan. Pas daarna volgt een Final Investment Decision, die naar verwachting in de tweede helft van 2026 valt. Indien de planning standhoudt, zou Suriname rond 2030 de eerste gasproductie uit Sloanea kunnen realiseren. Tot die tijd is het vooral consolideren, plannen en vooruitdenken.
De internationale markt kijkt mee, investeerders volgen scherp en binnenlandse beleidsmakers zien eindelijk realistische contouren van een gasmodel dat economische rust, energiezekerheid en nieuwe industrieƫn kan brengen.
