Een Surinaamse socioloog zegt diep geraakt te zijn door het besluit van de regering om enkel VHP-gelieerde directeuren en onderdirecteuren binnen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur te ontheffen. Volgens hem is dit geen administratieve handeling, maar “een menselijke breuklijn die onze samenleving opnieuw verdeelt”.
“Dit zijn mensen met gezinnen, met medewerkers die op hen vertrouwen, met scholen die stabiliteit nodig hebben”, zegt hij. “Wanneer je mensen wegstuurt puur om hun politieke kleur, vertel je duizenden anderen dat ze nooit veilig zijn. Dat gevoel van onzekerheid sijpelt door tot in de klaslokalen.”
De socioloog benadrukt dat onderwijs juist een sector is waar vertrouwen centraal staat. “Een leerkracht die niet weet wie morgen nog leiding geeft, een directie die elke vijf jaar wordt vervangen om politieke redenen—dat veroorzaakt stress, chaos en uitputting. Het raakt leerlingen, ouders, docenten en hele gemeenschappen.”
Volgens hem toont deze beslissing een pijnlijk patroon: “We blijven roepen dat we het land vooruit willen helpen, maar we blijven handelen alsof Suriname een partijbezit is. Daarmee beschadigen we mensen, niet alleen systemen.”
Hij pleit dringend voor bezinning. “Als we stabiliteit willen, als we een toekomst voor onze kinderen willen, dan moet dit beleid worden teruggedraaid. Niet voor de partij, maar voor het land—en vooral voor de mensen die elke dag proberen Suriname beter te maken.”