Hoe miljoenen uit de kasreserves ontspoorden — en waarom de banken nu wél rente ontvangen

Jarenlang vertrouwden Surinaamse banken hun vreemdevalutakasreserves toe aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Maar onder het bewind van ex-governor Robert van Trikt kregen deze tegoeden een onverwachte en ondoorzichtige wending. Banken ontdekten dat hun miljoenenreserves niet volgens afspraak werden beheerd, terwijl toezeggingen over rentevergoeding uitbleven.

Dit leidde tot grote spanningen, verlies aan vertrouwen én meerdere onderzoeken naar Van Trikt, die inmiddels wordt geconfronteerd met diverse strafrechtelijke dossiers.

In 2019 werd een overeenkomst opgesteld waarin stond dat de banken rente zouden ontvangen op hun in buitenlandse valuta aangehouden kasreserves. Die afspraak bleef echter dode letter: er werd getekend, maar nooit uitgevoerd. De reserves verdwenen in onduidelijke beleggingsconstructies, terwijl de banken geen duidelijk overzicht kregen over waar hun geld stond of hoe het werd aangewend.

Pas in 2020, na de komst van governor Maurice Roemer, werd de situatie rechtgezet. De CBvS formaliseerde de regeling opnieuw en begon daadwerkelijk rente uit te keren, zoals oorspronkelijk was afgesproken. Hiermee kwam een einde aan een periode van financiële mist en interne spanningen tussen de commerciële banken en de centrale bank.

Voor het vertrouwen in het Surinaamse financiële systeem blijft de kwestie echter een diepe litteken: het toont hoe kwetsbaar kasreserves zijn wanneer governance faalt — en hoe moeilijk herstel is wanneer transparantie jarenlang ontbreekt.

error: Kopiëren mag niet!