De besluitvorming rond vuurwapenvergunningen in Suriname voldoet slechts gedeeltelijk aan de wettelijke eisen van transparantie en behoorlijk bestuur. Dat blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door Regillio Karijoredjo LLB., toenmalige bachelorstudent aan de faculteit der juridische wetenschappen van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, onder begeleiding van mr. dr. M. Poepon.

Het onderzoek richtte zich op de codificering en toepassing van het motiveringsbeginsel binnen de Surinaamse Vuurwapenwet. Het Motiveringsbeginsel kent twee hoofdaspecten, namelijk het formele/ kenbaarheidsvereiste en het materiële/ deugdelijkheid vereiste. Voor wat de inhoudelijke onderbouwing (materiële aspect) van besluiten blijft volgens Karijoredjo uit, waardoor burgers vaak niet begrijpen waarom hun aanvraag wordt afgewezen.
De Vuurwapenwet verplicht de procureur-generaal (PG) om afwijzende besluiten schriftelijk en gemotiveerd mee te delen. Daar zou moeten worden voldaan aan beide aspecten van het Motiveringsbeginsel. Toch blijkt in de praktijk dat deze motivering regelmatig summier of onvoldoende duidelijk is. Uit een enquête onder 117 burgers blijkt dat 14 procent van de aanvragers de motivering als onvoldoende transparant ervaart, terwijl 16 procent vindt dat de argumentatie onlogisch of onvoldoende onderbouwd is.
Hoewel het Openbaar Ministerie de afgelopen jaren heeft gewerkt aan digitalisering van het aanvraagproces, blijven inhoudelijke problemen bestaan. Burgers klagen onder meer over onduidelijke besluitvorming en het ontbreken van heldere onderbouwing van afwijzingen.
Daarnaast is het voor een deel van de burgers wel duidelijk en voldoende gemotiveerd.
Dit onderzoek laat zien dat de Surinaamse wetgeving het formele aspect, de kenbaarheid van de motivering wel codificeert, maar geen eisen stelt aan de inhoudelijke deugdelijkheid.
In landen zoals Nederland worden beide aspecten volledig vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Volgens Karijoredjo is het daarom noodzakelijk dat Suriname ook werkt aan een volledige codificatie van het motiveringsbeginsel. “Zolang een Surinaamse Awb uitblijft, moet de Vuurwapenwet zelf worden uitgebreid met duidelijke kaders voor de inhoud van motiveringen.
Die richtlijnen zouden dan ook gehanteerd kunnen worden voor overige bestuurswetten. Alleen zo kan het vertrouwen in de overheid worden versterkt en het risico over willekeur worden vermeden”, concludeert hij.