Simons wil luchtvaartproblemen bespreekbaar maken met Nederland 

President Jennifer Simons wil tijdens het vervolgoverleg met Nederland twee gevoelige, maar voor Surinamers zeer herkenbare onderwerpen op tafel leggen: de torenhoge ticketprijzen en de verslechterde luchtvaartverbindingen. Volgens haar is het noodzakelijk om – zonder illusionaire verwachtingen – te praten over oplossingen die wél binnen bereik liggen.

De Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) vormt daarbij een hardnekkige erfenis. De maatschappij is technisch failliet, met miljoenen schulden die vooral tussen 2010 en 2020 zijn opgebouwd. In die periode volgden schandalen elkaar op: dubieuze leasecontracten, wanbeheer, gebrek aan transparantie en de mislukte overstap naar de A340-vloot, die miljoenenverlies opleverde. Het herstelplan bleef jarenlang hangen tussen politiek getouwtrek en slecht toezicht.

Simons wil ook de ticketprijzen bespreekbaar maken. Hoe worden deze prijzen bepaald? Luchtvaartmaatschappijen stellen die zelf vast op basis van vraag, stoelbeschikbaarheid, concurrentie en operationele kosten. De KLM, geen staatsbedrijf, bepaalt dus volledig autonoom haar tarieven. Bij de SLM zou de staat in theorie tickets kunnen subsidiëren, maar dat creëert volgens deskundigen een grote financiële risicozone en leidt zelden tot duurzame verbetering.

Waarom zou de staat zich bemoeien met wat economisch gezien een luxe product is?
Volgens luchtvaartanalist Harold Pinas is het antwoord eenvoudig: “Zolang je een nationale carrier hebt, wordt politiek automatisch verantwoordelijk gehouden. Bij landen zonder nationale maatschappij – zoals Guyana – ligt die druk er helemaal niet.” Guyana koos bewust voor een open-sky-benadering. 

Het uitgangspunt was: als je investeerders en economische groei aantrekt, komen luchtvaartmaatschappijen vanzelf. Dat blijkt: Caribbean Airlines, American Airlines, JetBlue, Surinam Airways, Copa Airlines en British Airways landen er inmiddels.

Ook oud-president Chan Santokhi probeerde destijds de samenwerking met de KLM te versterken, vooral gericht op kennisoverdracht, gezamenlijke marketing en betere capaciteitsverdeling. Het mislukte omdat Suriname geen financieel gezonde partner kon bieden.

Volgens Pinas staat nu alles of valt alles met één vraag: “Durft Suriname eindelijk structureel te kiezen voor realisme boven prestige?”

error: Kopiëren mag niet!