In alle regio’s worden mensen met een beperking en hun gezinnen geconfronteerd met uitdagingen en belemmeringen bij het bereiken van sociale ontwikkelingsdoelen. Ze leven vaker in armoede. Ze worden nog steeds gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, ontvangen lagere lonen en zijn oververtegenwoordigd in de informele sector. Sociale bescherming stelsels zijn ongelijkmatig in dekking en ontoereikend als het gaat om extra kosten die verband houden met beperkingen, waardoor mensen met een beperking vaak worden uitgesloten van de informele sector.
De ervaringen van veel mensen met een beperking binnen zorg- en ondersteuningssystemen worden nog steeds gekenmerkt door de ontkenning van hun waardigheid, autonomie en handelingsvrijheid. De drie kernthema’s van sociale ontwikkeling, namelijk armoedebestrijding; bevordering van volledige en productieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor iedereen; en sociale integratie, zijn met elkaar verbonden, versterken elkaar en vereisen een stimulerende omgeving om gelijktijdig te kunnen worden bereikt.
De inclusie van personen met een beperking als actoren en begunstigden van sociale ontwikkeling is onmisbaar. Inclusie van personen met een beperking in alle aspecten van het sociale, economische, culturele en politieke leven is daarom een āāabsolute noodzaak.
Het thema van de Internationale Dag van Personen met een Beperking 2025, “Het bevorderen van inclusieve samenlevingen voor mensen met een beperking ter bevordering van sociale vooruitgang”, bouwt voort op de herbevestigde inzet van wereldleiders die bijeenkwamen op de Tweede Wereldtop voor Sociale Ontwikkeling om een āārechtvaardiger, inclusievere, rechtvaardigere en duurzamere wereld te creĆ«ren, en hun begrip dat het bevorderen van vooruitgang in sociale ontwikkeling afhankelijk is van, en zelfs noodzakelijk is, de inclusie van alle segmenten van de samenleving.Ā

Bij de lancering van de VN-strategie voor de inclusie van mensen met een beperking in juni 2019 stelde de secretaris-generaal dat de Verenigde Naties het goede voorbeeld moeten geven en de normen en prestaties van de organisatie op het gebied van inclusie van mensen met een beperking moeten verbeteren ā in alle pijlers van het werk, van het hoofdkantoor tot het veld. De VN-strategie voor de inclusie van mensen met een beperking vormt de basis voor duurzame en transformatieve vooruitgang op het gebied van inclusie van mensen met een beperking via alle pijlers van het werk van de Verenigde Naties. Met deze strategie bevestigt het systeem van de Verenigde Naties dat de volledige en volledige verwezenlijking van de mensenrechten van alle mensen met een beperking een onvervreemdbaar, integraal en ondeelbaar onderdeel is van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden.
Mensen met een beperking hebben fundamentele mensenrechten: non-discriminatie, toegankelijkheid en volledige integratie in de samenleving. Dit omvat het recht om zelfstandig te leven, toegang te hebben tot onderwijs en werk, deel te nemen aan culturele en recreatieve activiteiten en vrij te zijn van uitbuiting en misbruik. Deze rechten worden beschermd door internationale verdragen zoals het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (CRPD) en nationale wetgeving, die overheden en bedrijven verplichten om barriĆØres weg te nemen en de nodige aanpassingen te doen.
Het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en het bijbehorende Facultatieve Protocol werd op 13 december 2006 aangenomen op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York en op 30 maart 2007 opengesteld voor ondertekening. Het Verdrag werd door 82 ondertekenaars ondertekend, het Facultatieve Protocol door 44 ondertekenaars en ƩƩn ratificatie van het Verdrag. Dit is het hoogste aantal ondertekenaars ooit van een VN-verdrag op de openingsdag. Het is het eerste alomvattende mensenrechtenverdrag van de 21e eeuw en het eerste mensenrechtenverdrag dat openstaat voor ondertekening door regionale integratieorganisaties.
Het Verdrag trad in werking op 3 mei 2008. Het Verdrag is het resultaat van decennialang werk van de Verenigde Naties om de houding en benadering van personen met een handicap te veranderen. De beweging van het zien van mensen met een beperking als āobjectenā van liefdadigheid, medische behandeling en sociale bescherming naar het zien van mensen met een beperking als āsubjectenā met rechten, die in staat zijn om die rechten op te eisen en beslissingen te nemen over hun leven op basis van hun vrije en geĆÆnformeerde toestemming, en die daarnaast actieve leden van de maatschappij zijn, bereikt een nieuw hoogtepunt.
Het Verdrag is bedoeld als een mensenrechteninstrument met een expliciete, sociale ontwikkelingsdimensie. Het hanteert een brede categorisering van personen met een beperking en bevestigt dat alle personen met welke beperking dan ook alle mensenrechten en fundamentele vrijheden moeten genieten. Het verduidelijkt en specificeert hoe alle categorieĆ«n rechten van toepassing zijn op personen met een beperking en identificeert gebieden waar aanpassingen nodig zijn om personen met een beperking in staat te stellen hun rechten effectief uit te oefenen, en gebieden waar hun rechten zijn geschonden en waar de bescherming van rechten moet worden versterkt.Ā
Mensen met een beperking hebben het recht om deel te nemen aan een volledig scala aan levensactiviteiten, zonder discriminatie van elke organisatie, bedrijf of entiteit die goederen of diensten levert. In Suriname is in 2010 een aantal zaken beloofd voor deze groep van personen, maar deze zijn nog steeds niet uitgevoerd zoals een statuut en een instituut. Er is nu weer ruimte om deze beloften waar te maken.