De mededeling van De Nationale Assemblée (DNA) dat het jubileum-afsluitingsbudget is teruggebracht van SRD 2,4 miljoen naar SRD 500.000, wordt door veel parlementariërs gepresenteerd als een “correct en verantwoord” besluit. Feesten kan altijd in betere tijden, zeggen ze.
Maar wat het volk écht steekt, is dat dezelfde ministers, de president, vice-president en parlementariërs — mét hun royale salarissen en faciliteiten — hardnekkig zwijgen over hun eigen privileges, terwijl gewone burgers elke cent moeten omdraaien.
Volgens de nieuwste 2025-wetgeving verdienen hoge functionarissen bedragen die haaks staan op de dagelijkse realiteit van de samenleving:
- President: SRD 130.000 bruto per maand
- Ministers: SRD 78.000 bruto (60% van het presidentssalaris)
- DNA-leden: SRD 66.300 bruto (60% van het voorzittersloon), vóór toeslagen
En daar begint het pas. DNA-leden ontvangen bovenop hun basissalaris allerlei toelagen — representatie, vervoer, wonen, telecom, plus een veiligheidsvergoeding — waardoor hun totale maandinkomen oploopt tot ongeveer SRD 144.203 bruto, exclusief kinder-, vervangings- en fractietoelagen.
Daarbij komen nog de volledig gratis medische voorzieningen voor henzelf en hun gezin, inclusief tandheelkunde en oogzorg — zelfs in het buitenland indien nodig. Gratis dienstreizen, daggelden en bijkomende voordelen maken het pakket compleet.
Voor de bevolking klinkt dit alles als bittere spot: zij moeten “slikken”, begrip tonen voor bezuinigingen, terwijl de politieke elite haar eigen luxe niet durft aan te raken. Het probleem is niet het geschrapte feestbudget, maar de structurele ongelijkheid in beloning, privileges en
zelfbediening.
En dan rijst de vraag:
Is dit werkelijk solidariteit in moeilijke tijden, of pure politieke hypocrisie?
Want uiteindelijk is het de samenleving die deze elite gekozen heeft — maar die nu ook moet slikken voor hun luxe.