De Nederlandse koning is op staatsbezoek in Suriname en er is een aantal samenwerkingsovereenkomsten getekend. Wat we hebben gemist is een overeenkomst op het gebied van de agrarische ontwikkeling in Suriname. Suriname is een vruchtbaar land en er is nog veel ruimte om gebieden in productie te brengen.
Nederland is een zeer sterk agrarisch land. De Nederlandse agrarische sector is een belangrijke economische motor, die in 2022 €76,3 miljard opbracht door de verkoop van landbouwproducten, waarvan een aanzienlijk deel uit export kwam. Het is een innovatieve sector met een omvangrijk ‘agrocomplex’ dat bijdraagt aan het bruto binnenlands product (bbp) en werkgelegenheid, en een sleutelrol speelt in wereldwijde voedselzekerheid.
Belangrijke exportproducten zijn zuivel en eieren, sierteelt en vlees. De exportwaarde van landbouwgoederen bedroeg in 2024 €128,9 miljard, een stijging van bijna 5% ten opzichte van het jaar ervoor. Het ‘agrocomplex’ was in 2021 goed voor bijna 7% van het bruto binnenlands product (bbp). In 2021 bood de sector werk aan 600.000 arbeidsjaren, wat 7,5% van de totale nationale werkgelegenheid is.
Een oppervlak van 1.799 duizend hectare landbouwgrond (cultuurgrond) werd in 2024 gebruikt, wat 54% van de landoppervlakte van Nederland is. Grasland en groenvoedergewassen bedekten in 2024 65% van de cultuurgrond. Meer dan 100 miljoen dieren, zoals varkens, runderen, geiten en kippen, worden gehouden. De agrarische en groene sector omvat een breed scala aan activiteiten, waaronder glastuinbouw, open teelten, dierhouderij, loonwerk en sierteelt. Boerenbedrijven kunnen gespecialiseerd zijn in de teelt van groenten, fruit, bloembollen, snijbloemen, pot- en perkplanten, of de productie van vlees, zuivel en eieren. De meest voorkomende landbouwmethode is de gangbare, ook wel intensieve landbouw genoemd. Er zijn ook alternatieve methoden die gericht zijn op het verminderen van milieueffecten, zoals biologische landbouw en kringlooplandbouw.
De agrarische sector – opgebouwd uit de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij – is nauw verweven met andere delen van de economie. Enerzijds is agrarische productie nauwelijks mogelijk zonder toelevering van goederen en diensten zoals veevoer, kunstmest, energie, machines, stallen, kassen, veterinaire en zakelijke diensten; anderzijds vergen ruwe agrarische producten verwerking in de voedingsmiddelenindustrie, handel en distributie voordat ze op het bord van de consument terechtkomen.
Het geheel van directe en indirecte activiteiten rond de agrarische sector kan als een samenhangende keten worden gezien, die vaak wordt aangeduid als het agrocomplex. In deze benadering staan de primaire sector en de verwerkende industrie van voedings- en genotmiddelen centraal en wordt de omvang van het agrocomplex bepaald door wat de primaire sector en de verwerking nodig hebben van toelevering en logistiek om de producten voort te brengen. De primaire sector is samen met de verwerking feitelijk de spin in het grotere web van agroactiviteiten.

Deze insteek is historisch gegroeid, en vooral ingegeven door de wens een keten ‘van grond tot mond’ in beeld te brengen. Dit verklaart ook waarom de invoer en verwerking van producten als koffie, thee en cacao is inbegrepen in de cijfers, maar de export van toeleveranciers aan buitenlandse primaire producenten en verwerkers niet.
De werkgelegenheid in het totale agrocomplex is in 2023 iets gedaald tot ongeveer 621.000 arbeidsjaren, wat 7,5% is van de totale nationale werkgelegenheid. Door de jaren heen schommelt de toegevoegde waarde per arbeidsjaar wat. Gemiddeld komt deze voor 2023 uit op rond de 124.000 euro. Met ruim 150.000 euro is deze het hoogst in de verwerking van binnenlandse agrarische grondstoffen en het laagst in de primaire sector, namelijk circa 100.000 euro. In vrijwel alle onderdelen van de productiekolom is er een lichte afname van de werkgelegenheid. De totale werkgelegenheid in het op binnenlandse agrarische grondstoffen gebaseerde agrocomplex is in 2023 afgenomen tot 387.000 arbeidsjaren. Primaire productie en toelevering voorzien met totaal 69% in de meeste werkgelegenheid, met een aandeel van respectievelijk 36 en 33%.
We hebben enkele jaren terug de Surinaamse ambassadeur in Nederland gehad die Nederlandse agrariërs uitnodigde om in Suriname te komen ondernemen. Veel animo en interesse leverde dat niet op.
Nederland en Suriname werken samen op het gebied van agrarische en veterinaire sectoren, zoals blijkt uit het recente Makandra-programma. Dit project, uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in samenwerking met het Surinaamse ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), richt zich op het versterken van de plantgezondheid en veterinaire zorg in Suriname. Het Makandra-project is een voorbeeld van succesvolle internationale samenwerking, die ook andere gebieden omvat, zoals de training van inspecteurs in plantgezondheid. Er is veel meer mogelijk voor Suriname op het gebied van de landbouwontwikkeling in Suriname. Daarvoor hoeven er geen grote bossen te worden gekapt.
We hopen dat het Suriname lukt om binnen korte tijd een goede agrarische samenwerkingsovereenkomst te tekenen met Nederland.