De slotdag van het staatsbezoek, woensdag 3 december, brengt Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima dicht bij het hart van Suriname’s koloniale geschiedenis én haar levende gemeenschappen.
Tijdens een vaartocht over de Surinamerivier bezoekt het Koninklijk Paar de plantages Johanna Margaretha en Frederiksdorp – twee locaties die de diepe verwevenheid tussen Nederland en Suriname tastbaar maken.

Johanna Margaretha, gesticht in de 18e eeuw, staat bekend om haar rijke landbouwtraditie en de rol die het heeft gespeeld tijdens de plantage-economie die Suriname eeuwenlang typeerde. Het is een plek waar zowel pijnlijke herinneringen aan slavernij als veerkrachtige verhalen van de Afro-Surinaamse gemeenschap samenkomen.
Frederiksdorp, een voormalige militaire post en plantage, weerspiegelt eveneens die dubbele laag van geschiedenis: het was een strategische plek in de koloniale controle, maar is vandaag een plek van erfgoedbehoud, cultuur en toerisme.
Het Koninklijk Paar onderstreept met dit bezoek het belang van gedeeld erfgoed: niet om het verleden te romantiseren, maar om het volledig onder ogen te zien. Door op deze historische locaties in gesprek te gaan met bewoners, ondernemers en erfgoedbeheerders tonen Willem-Alexander en Máxima erkenning voor het gezamenlijke, soms complexe verhaal dat beide landen verbindt.
De dag sluit af met een ontmoeting met de Nederlandse gemeenschap in Suriname, een symbolisch moment dat de menselijke lijnen van deze relatie benadrukt — van verleden naar toekomst, van samenwerking naar wederzijds begrip.