Tijdens het bezoek van de Nederlandse premier Mark Rutte aan Suriname op 13 september 2022 bleven meerdere NDP-Assembleeleden demonstratief weg uit De Nationale Assemblée. De reden: volgens hen had Rutte onvoldoende erkenning getoond voor het slavernijverleden, én weigerden zij aanwezig te zijn zolang “de excuses” niet duidelijk en volledig werden geformuleerd. Kortom: politieke principes — of strategische timing, afhankelijk van wie je het vraagt.
Maar kijk nu: de tijden veranderen. Voor de toespraak van koning Willem-Alexander in de Assemblee zullen diezelfde NDP’ers naar verwachting in vol ornaat verschijnen: das recht, vlagspeldje op de revers, en misschien zelfs een glimlach voor de camera’s. Want ja — het blijft politiek. En de koning is nu eenmaal… royalty. Dat telt blijkbaar net even anders dan een premier die met beleid en begrotingscijfers komt.
Wat ligt achter dit nieuwe denkpatroon?
Volgens insiders is het simpel: diplomatie boven partijpolitiek. En een beetje koninklijke glitter scoort altijd goed, zelfs bij de felste opposanten. Bovendien is een staatsbezoek een ceremonieel moment — niemand wil de geschiedenisboeken ingaan als de fractie die afwezig was bij een koninklijk optreden.
Met andere woorden:
Bij Rutte was het “principieel”.
Bij de koning is het “protocollair”.
En ergens daartussen ligt de magie van Surinaamse politiek.