INGEZONDEN – Zunder: “Herstel is veel meer dan financiële compensatie”

Wanneer gepraat en geanalyseerd wordt waarom er sprake moet zijn van erkenning, excuses en herstel van het Nederlandse slavernijverleden dan dient de klok toch wel even te worden teruggedraaid om het een en ander goed te begrijpen. In dit artikel zullen wij in kort bestek ingaan op het waarom van herstel, waarna ruimer zal worden ingegaan op tenminste vijf onderdelen van herstel voor het Nederlandse slavernijverleden.

Suriname: een Nederlandse creatie

In de periode 1667 tot aan de staatkundige onafhankelijkheid in 1975 is Suriname los van enkele korte perioden onder Britse bezetting een Nederlandse kolonie geweest. Tijdens de vroeg Nederlandse koloniale bezetting is de kolonie gekenmerkt door landroof, genocide onder de oorspronkelijke bewoners, slavenhandel en gruwelijke vormen van slavernij en na 1853/1873 door contractarbeid.

In de periode 1683-1939 zijn er 2.287.680.826 kilogram suiker, 468.167.448 kilogram koffie, 53.119.670 kilogram katoen, en 119.367.678 kilogram cacao uit de kolonie Suriname in Nederland geïmporteerd, naast andere grondstoffen zoals hout, goud, balata en honing. Deze grondstoffen zijn in Nederland verwerkt tot halffabrikaten en eindproducten voor de consumentenmarkt en voor de export naar de rest van de wereld. In Nederland is er o.a. hierdoor ook werkgelegenheid gecreëerd, zijn de overheidsinkomsten gespekt en is de betalingsbalans continu verbeterd.

De productie in Suriname daarentegen heeft onder toezicht van de Nederlandse staat onder mensonterende omstandigheden plaatsgevonden, waarbij er ernstige misdaden tegen de menselijkheid onder de Inheemsen en de Afrikanen hebben plaatsgevonden. Bovendien zijn de Inheemsen en de Afrikanen die arbeid binnen het kader van het opgezette plantagesysteem hebben verricht niet voor hun arbeid betaald.

Het koloniale beheerssysteem was zo opgezet dat de Nederlandse spelers bijna naadloos aan elkaar waren gekoppeld. De spelers waren een hecht samenwerkingsverband dat bestond uit Het Koninklijk Huis van Oranje Nassau, de Haagse regentenelite, de stedelijke en plattelandselite, de Nederlandse Staten-Generaal (toen de Nederlandse regering), de militaire elite, kerkelijke (met name protestantse) leiders, kooplieden en bankiers, wetenschappers en plantage eigenaren.

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog was het plantagesysteem in Suriname vanaf 1773 vrijwel geheel  ingestort en wat ervan was overgebleven was een uitgemergelde economie en samenleving, waar vrijwel van alles in een deplorabele situatie verkeerde. De droge infrastructuur was er vrijwel niet, de gezondheidszorg en het onderwijs waren niet adekwaat en koloniaal ingericht, de woningnood was groot en er was vrijwel geen vervangende werkgelegenheid  voor de personen die de plantages hadden verlaten en naar de hoofdstad waren getrokken.

Erkenning, excuses en herstel

In Nederland hebben enkele steden, provincies, algemene banken en ook de Nederlandsche Bank excuses voor hun betrokkenheid bij de Nederlandse slavenhandel en slavernij aangeboden. Op 19 december 2022 en 1 juli 2023 hebben de toenmalige Nederlandse premier Mark Rutte en Koning Willem Alexander excuses voor de betrokkenheid van de Nederlandse Staat en voor de betrokkenheid van voorouders aangeboden. 

Premier Rutte heeft het gehad over het zetten van een komma en niet over een punt. 

We zijn nu bijna drie jaar verder en in Suriname is er nog niet veel zichtbaar van wat er na de komma te gebeuren staat. Behalve dan de toezegging voor projectfinanciering in het kader van een ‘bewustwordingsfonds’ van 33 miljoen euro over een tienjarige periode.

De Koning is in zijn 1 juli toespraak verder gegaan dan de Premier. Hij heeft namelijk gesteld:’Na erkenning en excuses mogen we samen werken aan heling, verzoening en herstel’.

Herstel

In het kader van het slavernijverleden worden international tenminste vijf categorieën van herstel geïdentificeerd. Enkele aspecten hebben betrekking op zelf-herstel en enkele aspecten vereisen acties van de ex-kolonisator, of van diens vertegenwoordigers.

  1. Institutioneel, of te wel structureel herstel

Deze categorie heeft te maken met het corrigeren van systemen die in de koloniale tijd zijn geïntroduceerd en heden ten dage nog steeds belemmerend doorwerken. In dit kader kan worden gedacht aan hervormingen in het onderwijs, de justitie en de gezondheidszorg. Maar ook aan teruggaven van onrechtmatig meegenomen nationaal erfgoed. Dit aspect van herstel valt dus onder de noemer zelf-reparaties.

  1. Symbolische en morele reparaties

De wens tot excuses in het kader van het reparatieproces resulteert onder deze categorie van herstel. Vanuit de Nederlandse  ‘homefront’ zijn deze excuses reeds door diverse instanties gedaan. Deze excuses kunnen in Suriname nader worden benadrukt, teneinde ze specifiek te verankeren in de Surinaamse samenleving. Het een en ander past overigens ook in de optiek van ‘Recht en Waarheid maken Vrij’.

In het kader van zelf-herstel moet in dit kader nog worden gedacht aan het dekolonisren van de talrijke koloniale straatnamen, namen van gebergten, watervallen en dergelijke. Maar ook aan het dekoloniseren van school curricula en de inrichting van musea, gedenkplaatsen en dergelijke.

  1. Psychologisch en gemeenschapsgericht herstel

Deze categorie van herstel vereist een gemeenschappelijke aanpak van zelf-herstel en herstel. Het gaat in deze om gemeenschapsprojecten ter bestrijding van negatieve intergenerationele trauma’s. Het versterken van Inheemse en Afro-Surinaamse instituten en programma’s gericht op de versterking van jongeren en vrouwen uit deze beide gemeenschappen.

  1. Juridisch en politiek herstel

Dit onderdeel van herstel heeft betrekking op maatregelen die erkenning geven aan rechten  op vergoeding van materiële en immateriële schade veroorzaakt door het slavernijverleden. De erkenning van slavernij als misdaden tegen de menselijkheid. Diverse Nederlandse autoriteiten hebben die stap al gezet, maar schijnen niet veel apetijt te hebben om over te gaan tot materieel en financieel herstel. Mogelijk kan herstel door tussenkomst van international juridiche interventies worden afgedwongen. Maar ook internationale samenwerkingen zoals de Repair Campaign zoals geïnitieerd door de Digicel topman Denis O’Brian en het CARICOM Tien Punten Programma voor Reparaties van de CARICOM Staatshoofden en regeringsleiders kunnen vanuit dit onderdeel van herstel worden bekeken.

  1. Materieel en financieel herstel 

Dit onderdeel van de herstel-paraplu schijnt het meest populair te zijn. Het gaat in deze om financiële middelen die direct kunen worden ingezet om de materiële en immateriële schade te herstellen. Dit onderdeel van herstel kan bestaan uit rechtstreekse financiële uitkeringen aan nazaten van Inheemsen en Afro-Surinamers. Zo denkt de Nationale Rerparatie Commissie Suriname aan een per capitabedrag van US$ van minimaal 50,000.00 per person.  Maar de mogelijkeheid bestaat ook om een combinatie te construeren van rechtstreekse betalingen en betalingen aan de staat. De staat neemt dan de verplichting op zich om investeringen te plegen in sectoren als onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur en armoedebestrijding.

Ook zou er een fonds, een zogenoemd Herstelfonds voor Reparaties, kunnen worden ontwikkeld met transparante statuten en huisregels. Kwijtschelding van een een buitenlandse schuld zou ook tot een mogelijkehied kunnen behoren. 

Kortom, herstel is veel meer dan financiële compensatie!

Armand Zunder

Lid van de Caricom Reparations Commission

Voorzitter van de Nationale Reparatie Commissie Suriname

error: Kopiëren mag niet!