De landbouwsector krimpt al decennialang door politiek falen, gebrek aan visie en minimale investeringen.
De Surinaamse landbouw bevindt zich al meer dan vijftig jaar in een neerwaartse spiraal. Waar het land ooit honderden plantages en succesvolle agrarische zones kende, is vandaag nog slechts een fractie van die productie over. Rijstteelt is teruggevallen, veeteelt is vergrijsd, exportvolumes dalen en voedselzekerheid staat onder druk doordat import elk jaar toeneemt.
Ondanks talloze ontwikkelingsplannen, internationale leningen en donorprojecten ontbreekt het aan duurzame resultaten. Politieke inmenging, versnipperde besluitvorming en gebrek aan deskundige planning hebben geleid tot inefficiëntie en structurele stagnatie. Veel agrarische polders liggen braak; gronden worden vaak verdeeld onder politieke relaties in plaats van productieve investeerders.
Tegelijkertijd toont Guyana aan dat landbouwontwikkeling wél succesvol kan zijn: gerichte investeringen, duidelijke beleidsrichting en technologische modernisering renderen. Suriname blijft echter zonder langetermijnvisie en zonder agrarisch bestemmingsplan, ondanks de enorme natuurlijke potentie.
Een nationaal 50-jaarsplan dat regio’s, gewassen, grondsoorten en waterbeheer definieert, is dringend nodig. Daarnaast moeten parastatale gronden opnieuw productief worden gemaakt, samenwerking met de private sector worden versterkt en innovatieve landbouwers worden gestimuleerd. Zonder structurele keuzes blijft de sector afglijden. Toch blijft het potentieel enorm — mits Suriname eindelijk kiest voor continuïteit, deskundigheid en serieuze investering.
- Bron: VES, het Surinaams Economistenblad