Een jarenlang herdachte stem: Liesbeth Clarke kijkt terug

Interview met Glenn Truideman (Radio ABC(

In een warm en openhartig radio-interview haalt voormalig NPS-parlementariër Liesbeth Clarke herinneringen op aan een turbulente politieke periode. Ze vertelt Glenn Truideman hoe een jonge leerkracht, opgekomen uit de lerarenstaking, plots de Surinaamse politiek binnenstapte. Op haar 28ste zat ze in De Nationale Assemblée – idealistisch, onbevangen en met bewondering voor haar jonge partijvoorzitter Aaron.

Maar het idyllische beeld stortte snel in. Clarke beschrijft het moment waarop zij en haar collega’s op 14 februari 1975 compleet werden overvallen: het nieuws dat Suriname binnen het jaar onafhankelijk zou worden, zonder voorafgaande consultatie van de eigen NPS-fractie. “Een koude douche”, zegt ze. De PNR wist ervan, maar binnen haar partij heerste verbijstering. Toch mocht niemand dat laten blijken; de ogen van Hindori en Moengra prikten als stille waakhonden over de zaal.

Uit frustratie en verantwoordelijkheidsgevoel richtte Clarke haar eigen NPS-fractie op. Niet om te breken, maar om de regering te dwingen tot voorbereiding en dialoog. Ze stemde voor elk besluit dat het volk diende, maar verzette zich tegen alles wat het samenleven zou schaden. Haar eigen partij begreep haar niet altijd; ze werd gecorrigeerd, genegeerd, zelfs bedreigd met religieuze druk. Maar zij bleef staan.

In het interview vertelt ze ook over de spirituele ervaringen die haar morele kompas vormden, haar diepe bewondering voor Pengel, en hoe zijn woorden haar richting gaven in de strijd om verantwoordelijkheid en eenheid.

Clarke sluit af met een boodschap voor vandaag: onafhankelijkheid moet meer zijn dan feest. Het is een voortdurende opdracht om als volk te groeien. “Mijn vieren is dankbaarheid en gebed,” zegt ze. “En de hoop dat Suriname – eindelijk – een familie wordt.”

error: Kopiëren mag niet!