De Amerikaanse gevangene in Iowa, Benjamin Schreiber, zorgde in 2019 wereldwijd voor opschudding toen hij beweerde dat zijn levenslange gevangenisstraf eigenlijk beëindigd was, omdat hij in 2015 in een ziekenhuis klinisch was gestorven en daarna weer tot leven werd gebracht. Zijn hart stond stil, artsen reanimeerden hem, en toen hij bijkwam, zei hij: “Mijn leven is geëindigd. Dus ook mijn straf.”
De man stapte serieus naar de rechter. Zijn redenering leek simpel, bijna kinderlijk logisch: levenslang duurt tot de dood, hij stierf—klaar. Maar de rechters wezen het verzoek resoluut af. Een tijdelijke medische dood, zo oordeelden zij, maakt geen einde aan een straf.
Wat zegt de Surinaamse wet?
Ook in Suriname geldt dat levenslang letterlijk levenslang is. Artikel 9 van het Surinaamse Wetboek van Strafrecht stelt dat de straf eindigt bij het natuurlijke overlijden van de dader — niet bij een korte, medische stilstand van het hart. Reanimatie verandert dus niets aan de detentie.
Het verhaal blijft intrigerend: een man die stierf, terugkwam, en probeerde vrijheid te claimen op een juridisch gaatje. Menselijk, brutaal en onvergetelijk.