Ze staan op een kruispunt waar de wind uit twee richtingen tegelijk waait: de warmte van tradities die hen hebben grootgebracht, en de felle stroom van een moderne wereld die nooit stilstaat. Surinaamse jongeren — of ze nu in Paramaribo, Amsterdam, Cayenne of Miami wonen — balanceren elke dag tussen wat hoort en wat mogelijk is.
In vele huizen klinkt nog de stem van oma: “No fergiti we san yu komopo.” Tegelijkertijd gonst hun telefoon van TikTok-trends, nieuwe ideeën over identiteit, vrijheid en succes. Soms botst dat. Soms wringt het. Een meisje dat droomt van game design moet uitleggen waarom ze geen dokter wil worden. Een jongen die elke zondag in de mandir zit, voelt zich toch aangetrokken tot een wereld waarin grenzen vervagen en geloven fluïde worden.
Maar ondanks de spanning dragen jongeren een stille kracht. Ze zoeken geen breuk, maar een brug. Ze willen niet kiezen tussen verleden en toekomst — ze willen beide meenemen.
En precies daarin schuilt de hoop: een generatie die de verhalen van hun voorouders koestert, maar de moed heeft eigen hoofdstukken te schrijven. Een generatie die Suriname, en zichzelf, opnieuw kan uitvinden zonder iemand achter te laten.