Soms zijn het niet de grote ritten of lange nachten die een chauffeur bijblijven, maar juist de kleine momenten die het hart raken. Op een druilerige middag stapte een jonge moeder in met haar zoontje. Het jongetje keek met grote ogen om zich heen, trok voorzichtig aan de mouw van de chauffeur en vroeg met kinderlijke nieuwsgierigheid: “Meneer, bent u rijk, want u hebt een auto?”
De chauffeur, verrast door de onschuld van de vraag, glimlachte zacht en antwoordde: “Ik ben rijk in verhalen.” Het was een zin die hij niet had voorbereid, maar die uit zijn hart rolde. De moeder keek ontroerd in de achteruitkijkspiegel en veegde ongemerkt een traan weg.
Onderweg vertelde de jongen honderduit over zijn dromen: hoe hij later piloot wilde worden, zodat hij met zijn moeder “gratis overal heen” kon vliegen. De chauffeur knikte en luisterde, terwijl hij dacht aan zijn eigen jeugd, toen dromen nog groot en onbegrensd waren.
Toen ze uitstapten, draaide de jongen zich nog één keer om en zei: “Ik hoop dat u nog veel verhalen krijgt, meneer.” Voor de chauffeur voelde het alsof een kind hem had herinnerd aan iets kostbaars: rijkdom zit niet in bezit, maar in de ontmoetingen die je onderweg meeneemt.