Het Nationaal Schoolvoedingsprogramma krijgt een nieuw hoofdstuk. Geen gesloten contracten meer, geen politieke vriendjes en vooral geen schaduw van schandalen. De regering Simons-Rusland kiest ervoor het ‘broodjesproject’ open, eerlijk en transparant voort te zetten, precies omdat Suriname te vaak heeft gezien hoe goede bedoelingen vertroebeld raakten door misbruik.
De herinnering aan de misstanden met middelen uit de naschoolse opvang, nog steeds onderwerp van onderzoek bij het Openbaar Ministerie, hangt als een waarschuwing boven het land. “We moeten leren van wat misging”, klinkt het binnen de regering, “zodat kinderen nooit de prijs betalen voor het falen van volwassenen.”
En die kinderen blijven de kern. Elke ochtend komen duizenden leerlingen met een lege maag naar school — niet uit keuze, maar omdat thuis de middelen ontbreken. Voor hen betekent één broodje niet zomaar eten, maar rust in het hoofd, energie voor de les, en het gevoel dat iemand aan hen denkt.
Tijdens de inlichtingendag op 14 november schoven meer dan 25 bedrijven aan, allemaal met dezelfde vraag: hoe kunnen wij bijdragen? De aanbesteding op 21 november moet het antwoord bepalen.
Het broodjesproject wordt voortgezet, maar vooral: het wordt hersteld in waardigheid. Want in een land waar veel misgaat, moet schoolvoeding het bewijs blijven dat er ook dingen góéd kunnen.