Het Surinaamse konijnenhol van de politiek

In Suriname is de politiek net als het konijnenhol van Alice in Wonderland — een reis waarin je moet proberen niet gek te worden van wat je ziet. Je duikt erin met idealen, plannen en verkiezingsbeloften, maar onderweg verlies je niet alleen je oriëntatie, maar vaak ook je gezond verstand — of je bankrekening raakt plots opvallend gezond.

Aan de oppervlakte lijkt alles normaal: ministers die praten over hervorming, parlementariërs die pleiten voor transparantie. Maar hoe dieper je graaft, hoe vreemder het wordt. Je ontdekt commissies die niemand kent, betalingen die zichzelf doen, en begrotingen die verdwijnen als thee in de tropenzon.

Wanneer je eindelijk de andere kant bereikt, zie je wie werkelijk aan de touwtjes trekt — en het blijkt niet de bevolking te zijn. Nee, het zijn de zogenaamde “wijzen” die vergaderen over hoe de volgende crisis eruit moet zien. Hun logica? “Als we gek doen, lijkt het alsof we weten wat we doen.”

De echte uitdaging is dus niet het overleven van de waanzin, maar het herkennen van de weinigen die nog nuchter durven denken. Want in het Surinaamse konijnenhol geldt één wet: hoe dieper je graaft, hoe meer waanzin je vindt — en hoe normaler het lijkt.

error: Kopiëren mag niet!