In een gesprek met een energie-expert komt een pijnlijk maar menselijk verhaal naar voren: niet een gebrek aan capaciteit, maar een gebrek aan leiderschap duwt Suriname midden in Srefidensi in de duisternis.
Volgens de expert weet de EBS al lang wat het benodigde vermogen op het EPAR-netwerk is: 220 tot 260 MW. Op papier is er zelfs méér dan genoeg om de piek te dragen. Afobaka en SPCS (Staatsolie Power Company Suriname) kunnen 150 MW, DPP2 aan de Saramaccastraat 100 MW, DPP1 40 MW, en SPCS Livorno zou 60 MW firm power moeten leveren.
Totaal: 350 MW. Ruim boven de vraag.
Maar de werkelijkheid is anders. Slechte planning, te weinig technische kennis en gebrekkige risicobeheersing zorgen ervoor dat Suriname nu naar load shedding moet grijpen — precies wat voorkomen had kunnen worden. Alsof dat niet genoeg is, wordt midden in de aanloop naar Srefidensi een cruciale 75 MW-transformator in Afobaka uit bedrijf gehaald. Een beslissing die volgens de expert écht had kunnen wachten.
De dieselmachines van de EBS en SPCS kampen bovendien met achterstallig onderhoud. Kleine problemen worden groot, en grote problemen worden landelijk voelbaar. Mensen zitten zonder stroom, zonder informatie en zonder vertrouwen.
De expert doet een dringende oproep:
Laat de president een onafhankelijk onderzoek instellen naar de oorzaak van de storing. Want als er sprake is van opzet, slordigheid of bestuurlijke verwaarlozing, dan moeten daar duidelijke consequenties aan verbonden worden.
Het gaat niet alleen om stroom. Het gaat om verantwoordelijkheid — en om een land dat niet in het donker achtergelaten mag worden.