Brievenstrijd binnen de Deviezencommissie – wanneer woorden zwaarder wegen dan titels

Een brief kan soms meer onthullen dan een debat in De Nationale Assemblée. Deze briefwisseling legt een pijnlijk machtsconflict bloot.

De reactie van voorzitter A. Sankatsing aan minister H.S. Monorath leest als een menselijke, maar scherpe verdediging tegen aantijgingen die volgens hem volstrekt onterecht zijn. In mensentaal gaat het hier om een conflict waarin twee bestuurders elkaar beschuldigen van nalatigheid, miscommunicatie en zelfs karakterbederf, terwijl de kern eigenlijk draait om iets heel eenvoudigs: wie is verantwoordelijk voor het stopzetten van de schadeloosstelling?

Sankatsing benadrukt door de hele brief heen dat hij niet degene is die betalingen kan of mag stopzetten. Die bevoegdheid ligt — volgens de benoemingsresolutie — bij de minister van Financiën en Planning en uiteindelijk bij de president. Hij schildert daarmee een beeld van een ambtelijk radarsysteem dat soms traag draait, maar waarvoor hij geen schuld kan dragen.

Tegelijk onthult de brief ook de menselijke kant: gekrenkte eer, beschadigde reputatie en de angst dat publieke misverstanden zijn naam in een kwaad daglicht zetten. Hij wijst erop dat eerdere leden zonder beschuldigingen werden ontslagen en dat er nu met twee maten lijkt te worden gemeten.

De slotpassage, waarin Sankatsing aangeeft juridische stappen te overwegen ter bescherming van zijn goede naam, maakt duidelijk dat dit conflict meer is dan een administratief misverstand. Het raakt aan integriteit, trots en vertrouwen—zaken die in Suriname’s fragiele bestuurlijke klimaat altijd zwaar wegen.

error: Kopiëren mag niet!