Een Surinamer blijft een Surinamer 

Een Surinamer die naar Turkije verhuist, wordt nooit een echte Turk — hoe goed hij ook de taal spreekt of de gewoonten overneemt. Hetzelfde geldt in Nederland, waar men hem vriendelijk zal ontvangen, maar waar de wortels altijd anders ruiken.

Op Aruba zal hij misschien glimlachen in de zon, maar diep vanbinnen mist hij de geur van pom en de klank van zijn eigen straat.

In Amerika wordt hij een immigrant met een droom, in Trinidad een vreemdeling met herkenbare ogen, en in Brazilië slechts een andere verschijning in de massa.

Zelfs wie in deze landen geboren is uit Surinaamse ouders, draagt een stille erfenis in zich — een heimwee dat geen vlag kan bedekken.

Een Surinamer ben je niet alleen door geboorte, maar door gevoel: door de regen op je zinkdak, de warme groet van een onbekende, de trots van een klein volk met een groot hart.

Wie weggaat, leert waarderen wat thuis betekent. Want hoe ver je ook reist, hoe breed de wereld ook is — de ziel van een Surinamer ademt alleen vrij in Suriname. Dat is geen beperking, maar een waarheid met de geur van nickerierijst en de echo van een kankantrieboom.

error: Kopiëren mag niet!