Het is bijna poëtisch: terwijl ministeries praten over “duurzame toekomst” en “hernieuwbare energie”, zit burger Ramsoedh nog elke avond in het donker met een kaars van Srd 15.000. Zijn buurt wacht al drie jaar op aansluiting — de paal staat er, de draden hangen, maar stroom? Nee, die komt alleen op papier.
En nu komt het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen met een “Energiebeurs” in Utopia Heritage. Prachtige naam, Utopia — want daar lijkt het hele energiebeleid ook te wonen. Terwijl in de stad generators brommen als muggen in het regenseizoen, zal men in airconditioned zalen praten over “groene transitie” en “investor confidence”.
Ramsoedh vraagt zich af: hoe trek je investeerders aan in een land waar zelfs de elektriciteitsrekening soms sneller komt dan de stroom zelf? Hij lacht: “Misschien moet ik mijn kaars aanmelden als hernieuwbare bron.”
Een land dat over energie praat, maar z’n burgers in het donker laat, heeft niet zozeer een tekort aan stroom — maar aan richting. Misschien moet de volgende beurs gaan over beleid dat werkt zonder generator.