Bolsa Familia is gelinkt aan economisch programma

Door de president is kenbaar gemaakt dat zij voorstander is van het armoedebestrijdingsmodel van Brazilië. Dat model is gebaseerd op een variant van het socialisme dat vormgegeven is onder president Lula da Silva. 

Wat houdt het model van Brazilië in? Brazilië bestrijdt armoede via het programma Bolsa Família, een voorwaardelijk geldtransfer programma dat financiële steun biedt aan arme gezinnen. In ruil voor financiële hulp moeten gezinnen ervoor zorgen dat hun kinderen naar school gaan en gevaccineerd zijn, wat gericht is op zowel korte termijn verlichting van armoede als lange termijn investering in menselijk kapitaal. Andere initiatieven omvatten werkgelegenheid programma’s, onderwijsprogramma’s voor jongeren, en infrastructuurontwikkeling in arme gebieden. Bolsa Família is een voorwaardelijk sociaal programma dat financiële steun biedt aan arme gezinnen. 

Doelstellingen zijn armoedebestrijding op de korte termijn en investering in menselijk kapitaal (gezondheid en onderwijs) om de cyclus van armoede te doorbreken. 

Het Bolsa Familia programma wordt gezien als een van de meest effectieve sociale programma’s ter wereld en heeft miljoenen mensen uit de armoede geholpen en de inkomensongelijkheid verminderd. Aan Bolsa Familia is een aantal andere programma’s verbonden. Programma’s zoals de Nationale Alliantie voor Ontwikkeling van de Arbeid (ANT) verbeteren de toegang tot werk en opleidingen. Projeto Jovem Aprendiz biedt jongeren werkervaring in verschillende sectoren. Bolsa Escola helpt kinderen en jongeren uit arme gezinnen hun opleiding te voltooien. Er wordt geïnvesteerd in infrastructuur in sloppenwijken om de leefomstandigheden te verbeteren. De overheid verstrekt ook voedseldistributie en technische hulp aan kleine boeren. 

Het Braziliaans model gaat net zoals het Rijnlandse en het Angelsaksische uit van de kracht van de vrije markt. De Braziliaanse economie is daarbij voornamelijk georiënteerd op export. Zo is Brazilië de op één na grootste producent van de biobrandstof ethanol en produceert en exporteert zij grote hoeveelheden staal en koffiebonen. 

Een belangrijk kenmerk van het Braziliaanse model is de sterke sociale ondertoon die het kent. In dat opzicht lijkt het misschien wat op het Rijnlands model. Een verschil met het Angelsaksische model hierin is, dat Brazilië niet vanuit een ‘trickle down’–idee de allerarmsten bereikt (het idee dat de welvaart van boven naar beneden doorsijpelt en zo uiteindelijk iedereen ten goede komt), maar dit rechtstreeks wil doen. In Suriname willen we wel Bolsa Familia, maar waar is dan de nadruk op en het beleid over de export economie? 

Deze sociale ondertoon heeft er in Brazilië voor gezorgd dat – sinds Lula er aan de macht is – een groot deel van de armen inmiddels boven de armoedegrens leeft. Want hoewel Brazilië het land is met een van de grootste inkomensverschillen tussen arm en rijk, is dit verschil structureel kleiner aan het worden. Zowel de middenklasse als de economie groeien. Een van de belangrijkste maatregelen die heeft bijgedragen aan de armoedebestrijding is de zogenaamde ‘Bolsa Familia’; een uitkering voor de allerarmsten van het land. In ruil voor de door de overheid gestelde voorwaarden dat de kinderen de verplichte vaccinaties krijgen en deelnemen aan het onderwijs, ontvangen zo’n 46 miljoen Brazilianen deze uitkering. Zo kunnen veel gezinnen niet alleen beter rondkomen, maar wordt ook geïnvesteerd in het onderwijs en de gezondheid. 

Het aantal huishoudens dat in aanmerking komt voor de ‘Bolsa Familia’ is sinds de invoering ervan in 2003 sterk gedaald, wat laat zien dat het programma succes heeft. Ook het aantal banen dat onder Lula aan de Brazilianen is verschaft is enorm. In 2007 kende de werkgelegenheid een groei van zo’n 24%. Dit is onder andere door een verschuiving van werk in de informele sfeer naar formele banen, die gepaard gaan met arbeidsvoorwaarden als pensioen opbouw.

Uit een onderzoek in 2009 bleek dat de onderwijsresultaten van kinderen uit het ‘Bolsa Familia’ programma voorlopig achter liepen tegenover de resultaten van kinderen die onderwijs volgen zonder dit programma. Zo zouden kinderen die niet in dit programma zitten veel minder vaak een onvoldoende studieresultaat halen dan kinderen die wel vanuit de ’Bolsa Familia’ onderwijs volgen.

Hoewel Brazilië het vrije markt principe hanteert, zijn veel van de grote bedrijven nog steeds in handen van de staat. Brazilië is nooit meegegaan in het beleid zoals dat werd uitgestippeld in de Washington Consensus om staatsbedrijven te privatiseren. Een goed voorbeeld hiervan is de Banco do Brasil, die tot voor kort de grootste bank van het land was, die nog steeds in handen van de staat is. Nu de economische crisis voor de deur staat en veel overheden banken nationaliseren, zou dit weleens in het voordeel van Brazilië kunnen werken. 

Het feit dat de Braziliaanse overheid altijd veel heeft gereguleerd heeft er mede voor gezorgd dat de Braziliaanse banken, in vergelijking met banken als ING en Chase, relatief weinig blootgesteld zijn aan risicovolle leningen. In een artikel in The Economist jaren terug werd echter gesuggereerd dat met het vergroten van de middenklasse ook de politiek haar koers zal wijzigen. Partijen moeten nu rekening houden met een electoraat bestaande uit een veel grotere middenklasse dan voorheen. En deze middenklasse zou er weleens andere belangen op na kunnen houden.

Bolsa Familia is een succes in Brazilië, maar het is niet vanzelfsprekend dat het ook in Suriname zal werken. Want de economische tegenhanger van het sociale programma ontbreekt. 

error: Kopiëren mag niet!