VHP-voorzitter Chan Santokhi hield zondag 9 november in Nederland een bijeenkomst met de diaspora om te praten over de politieke situatie in Suriname en de toekomst van de partij. Op zich niets mis met contact met landgenoten in het buitenland, maar binnen de VHP-gelederen roept het wel vragen op. Waarom eerst praten in Nederland, terwijl veel partijleden in Suriname zelf nog wachten op duidelijkheid over koers, beleid en partijrichting?
Volgens ingewijden lijkt het alsof Santokhi bewust kiest voor een veilig podium, ver weg van interne kritiek en ongemakkelijke vragen. Het doet denken aan het optreden van minister Mike Noersalim van Landbouw, Veeteelt en Visserij, die na zijn benoeming ook meteen naar Nederland vertrok om zijn landbouwbeleid te presenteren – terwijl boeren in Saramacca en Coronie nog geen idee hebben wat dat beleid precies inhoudt.
Het wekt de indruk dat de Surinaamse politiek haar spiegels liever in het buitenland ophangt, waar applaus veiliger klinkt dan kritiek.
Maar leiderschap begint thuis – niet in zalen overzee, maar bij het volk dat dagelijks de gevolgen van beleid voelt. De diaspora mag trots zijn, maar de echte toetssteen blijft: wat verandert er in Suriname zelf?