Van leraar tot leider: Ronald Venetiaan, de wiskundige met een ziel

Ronald Venetiaan, de man die later bekend zou staan als Suriname’s geweten, begon zijn loopbaan niet in de politiek, maar in het klaslokaal. Na zijn studie wiskunde en natuurkunde aan de Universiteit Leiden keerde hij in 1964 terug naar zijn geboorteland, waar hij als jonge docent zijn eerste lessen gaf aan de Algemene Middelbare School (AMS) in Paramaribo. 

Studenten herinneren zich hem niet als afstandelijke geleerde, maar als “Ro” — de leraar die bleef zitten tot de laatste som was opgelost. “Als je vastzat met een moeilijke formule, ging je naar Ro”, vertelde een oud-leerling later. “Hij had geduld, en een glimlach die zei: je kunt dit.”

In 1969 werd Venetiaan directeur van de AMS. Zijn klaslokaal werd een laboratorium van discipline en vertrouwen. Daar, tussen krijt en cijfers, leerde hij wat leiderschap werkelijk betekende: luisteren, uitleggen, rechtvaardig blijven. Maar zijn geest ging verder dan formules. 

Onder het pseudoniem Vene schreef hij poëzie — over identiteit, over het stille gevecht tussen rede en gevoel.

Toen hij later als president bekendstond als “de man met de tien schone vingers”, was dat geen politieke slogan, maar de echo van zijn leraarschap: eerlijk werken, zuiver blijven, recht doen aan mensen.

Van het klasbord tot het presidentieel paleis liep één rechte lijn: de lijn van een man die geloofde dat kennis pas waarde heeft wanneer ze de mens dient. Ronald Venetiaan was meer dan een leider — hij was een leraar die zijn land nooit ophield iets te leren.

error: Kopiëren mag niet!