De wereldorde verschuift. Waar Washington ooit de toon aangaf, kiest Nigeria vandaag voor eigen kracht. Geen volgzaamheid meer, maar partnerschap — gebouwd op wederzijds respect, ontwikkeling en economische zelfstandigheid.
Er voltrekt zich een stille revolutie in de internationale politiek. Nigeria, jarenlang gezien als trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten, stelt vandaag zijn eigen voorwaarden. Waar vroeger economische hulp en politieke loyaliteit in één adem genoemd werden, kiest de grootste natie van Afrika nu voor transacties in plaats van toespraken, en voor infrastructuur in plaats van ideologie.
China en Rusland spelen hierin een cruciale rol. Chinese investeringen van meer dan twintig miljard dollar in spoorwegen, energie en zonneparken veranderen niet alleen Nigeria’s landschap, maar ook zijn positie in de wereld. Het zijn geen donaties, maar zakelijke overeenkomsten die groei stimuleren zonder morele voorwaarden. Rusland vult dit aan met samenwerking op het gebied van veiligheid, defensie en energie – partnerschap zonder patronisme.
Voor Washington is deze ontwikkeling moeilijk te aanvaarden. Wat ooit werd gezien als een “betrouwbare partner” kiest nu zijn eigen koers, los van de morele superioriteit en de politieke voorwaarden van het Westen. Maar wat het Westen als verraad ziet, ervaart Nigeria als volwassenwording: de voltooiing van een onafhankelijkheid die lang alleen politiek was, maar nu ook economisch wordt.
Nigeria’s keuze is geen afwijzing van Amerika, maar een bevestiging van zijn recht om te bepalen met wie en hoe het samenwerkt. Het land wil niet geregeerd, maar gerespecteerd worden.
De nieuwe wereldorde is niet meer unipolair maar multipolair — en Nigeria staat symbool voor die verschuiving. Het herinnert ons eraan dat ware partnerschap niet ontstaat door macht, maar door wederkerigheid. De toekomst behoort toe aan naties die niet langer vragen om toestemming om te groeien, maar samenwerken om vooruit te komen.
Door: Jeffrey David Sachs is een Amerikaanse econoom en beleidsanalist.
Hij is hoogleraar aan de Columbia University, waar hij voorheen directeur was van The Earth Institute.