In een scenario van militaire confrontatie staat Venezuela er op zichzelf al moeilijk voor, maar het hoopt steun te krijgen van grote én kleine bondgenoten. Voor elk van deze partners gelden eigen belangen, beperkingen en spelregels.
China
China heeft zijn betrekkingen met Venezuela opgewaardeerd tot een “all-weather partnership”.
Beleggers en observatoren zien dat Beijing vooral is geïnteresseerd in olie-toegang, strategische invloed in Latijns-Amerika, en het breken van Amerikaanse hegemonie.
Militair-technisch zal China waarschijnlijk geen grote troepenmacht uitzenden naar Venezuela, maar meer ondersteuning leveren in de vorm van wapentechnologie, radarsystemen, trainingsprogramma’s en diplomatieke defensie tegen sancties. Tegelijk is Beijing voorzichtig: de enorme schuldenlast en economische misère van Venezuela maken China terughoudend om risico’s te nemen.
Rusland
Rusland is al langer een partner van Venezuela via energie- en wapenovereenkomsten.
Het huidige conflict heeft Caracas zelfs om specifiek Russisch militair materieel gevraagd (radars, vliegtuigen, luchtafweersystemen).
Maar Moskou staat voor een groot dilemma: de voortdurende oorlog in Oekraïne bindt enorme militaire en economische middelen. Analisten stellen dat Rusland niet de capaciteit heeft om grootschalige troepeninzet te leveren in Venezuela, al kunnen wapens, training en strategisch advies wel geleverd worden.
Iran
Iran, eveneens onder Amerikaanse sancties, kan een meer indirecte rol spelen: via delen van technologie (bijv. drones), luchtafweer-componenten, of het faciliteren van omzeiling van sancties. Hoewel de steun waarschijnlijk beperkt is, kan Iran symbolisch en logistiek bijdragen aan het veerkracht-verhaal van Venezuela.
Kleiner bondgenoten: Cuba en Nicaragua
Cuba en Nicaragua hebben ideologische solidariteit met Venezuela en kunnen hulp bieden in militaire training, inlichtingen, en mogelijk kleine troepen of adviseurs. Caracas claimt bijvoorbeeld dat men zich “samen met Cuba en Nicaragua voorbereid om wapens op te nemen ter verdediging van de soevereiniteit”.
Kan Venezuela economisch een oorlog voeren?
Dat is twijfelachtig. De economie van Venezuela is sterk aangetast: olieproductie is drastisch gedaald, infrastructuur is verouderd, en de internationale sancties remmen investeringen. Ondanks de beloften van China en Rusland, blijft het budget voor militaire modernisering beperkt. In een langdurige oorlog ontbreekt Venezuela waarschijnlijk de financiële reserves, logistieke capaciteit en internationale toegang om langdurig stand te houden.
Venezuela heeft wel bondgenoten, maar geen partner die het zelfstandig kan ontlasten. China blijft primair economisch, Rusland beperkt tot wapens en advies, Iran levert symbolische en technologische steun, en Cuba/Nicaragua fungeren als kleinere hulpslagen. In wezen moet Venezuela grotendeels op eigen kracht en vastberadenheid teren – een risicovolle positie als de militaire druk oploopt.