Suriname beschikt sinds vorig jaar over officiële landinrichting standaarden. Dit moet de basis leggen voor meer orde, duurzaamheid en leefkwaliteit in de ontwikkeling van het land. De richtlijnen bepalen voortaan hoe woon- en industriegebieden worden ingericht, met duidelijke regels voor wegen, afwatering, groenvoorziening en publieke voorzieningen.
Oud-minister Ruimtelijke Ordening en Milieu, Marciano Dasai, toonde zich trots en dankbaar over de totstandkoming van deze langverwachte mijlpaal. “We hebben eindelijk de standaarden voor ruimtelijke ordening kunnen ontwikkelen, die we voorheen nooit hadden”, zei hij.
“Een voorbeeld van zo’n standaard is dat, als je een woongebied ontwikkelt, je moet weten hoeveel procent van dat gebied je moet reserveren voor scholen, voor politie. Dat zijn belangrijke zaken die je nodig hebt in een woonwijk om de leefkwaliteit te verbeteren.”
Einde aan willekeur en wanorde
Volgens de huidig parlementariër omvatten de richtlijnen niet alleen woonwijken, maar ook industriële zones. “Verder, als het gaat om wegen: hoe breed moet zo’n weg zijn? Hoe moet de afwatering zijn? Enzovoorts. En dat geldt niet alleen voor woongebieden, maar ook voor industriële gebieden. Dus laat die standaarden er zijn.”
Tot voor kort werd de ontwikkeling van verkavelings- en woonprojecten grotendeels overgelaten aan initiatiefnemers, vaak zonder uniform beleid. Het resultaat: woonwijken zonder groen, wegen zonder planning en afwateringsproblemen die bij de eerste regenbuien zichtbaar werden. De nieuwe standaarden brengen daar verandering in.
Training voor ministeries
Ze verplichten projectontwikkelaars om vanaf het begin rekening te houden met basisvoorzieningen zoals scholen, veiligheidsposten, waterafvoer en recreatiezones. Ook bepalen ze minimale eisen voor wegbreedte, groenvoorziening en infrastructuur, zodat elke woonwijk voldoet aan een minimale leefkwaliteit. Dasai benadrukte dat de uitvoering niet alleen bij verkavelaars ligt. “We hebben ook de ministeries kunnen trainen, als het gaat om Openbare Werken, Landbouw, Veeteelt en Visserij en Grondbeleid”, lichtte hij toe. “Zo zorgen we ervoor dat de standaarden overal worden toegepast.”
Deze trainingen moeten garanderen dat overheidsinstanties dezelfde taal spreken wanneer het gaat om ruimtelijke inrichting. Dat voorkomt tegenstrijdige beslissingen en versnipperde ontwikkeling, problemen die jarenlang het beleid hebben verlamd.
Structuurvisie voor het hele land
Naast de standaarden werkt het ministerie aan een nationale structuurvisie – voor het eerst in de geschiedenis van Suriname. “We konden wel een stedelijke ontwikkeling plannen, maar dat was altijd alleen voor Paramaribo. Deze structuurvisie omvat echter het hele land”, aldus Dasai. Die visie zal de ruimtelijke groei van districten en stedelijke centra sturen, met aandacht voor klimaatbestendigheid, landbouwzones, industriële corridors en natuurbehoud.
Dasai vatte het samen: “Het gaat niet alleen om bouwen, maar om het creëren van kwaliteit van leven. De standaarden geven richting, zekerheid en verantwoordelijkheid. Dit is hoe we Suriname duurzaam vormgeven.”